VS pompt dertig miljard in General Motors
WASHINTON (AP) - Het Amerikaanse autoconcern General Motors heeft maandag bij een rechtbank in New York uitstel van betaling aangevraagd. Het bedrijf, ooit de grootste autobouwer ter wereld maar al jaren zwaar verliesgevend, hoopt met miljardensteun van de Amerikaanse overheid een doorstart te kunnen maken.
De Amerikaanse overheid pompt 30 miljard dollar in autoproducent General Motors (GM) zodat het zijn activiteiten kan blijven financieren tijdens de faillissementsprocedure. Dat heeft een ambtenaar van de regering-Obama zondagavond laten weten. „Bijna een eeuw lang was General Motors een van de bekendste en grootste ondernemingen in de wereld”, verkondigde de zegsman tegenover journalisten. „Vandaag zal in de annalen van het bedrijf worden bijgeschreven als opnieuw een historische dag - het einde van het oude General Motors en het begin van het nieuwe.”
De plannen om dertien productiefaciliteiten te sluiten gaan door. Specifieke informatie over het aantal ontslagen zal worden verstrekt door het bedrijf zelf. In de Verenigde Staten werken nog zo’n 120.000 mensen voor het concern.
De Amerikaanse overheid krijgt voor haar investering een belang van 60 procent in het nieuwe GM, en circa 8,8 miljard dollar aan schulden en preferente aandelen.
Naar verwachting zal Al Koch worden aangesteld als nieuwe chief restructuring officer. Koch is werkzaam bij adviesbureau AlixPartners LLP en begeleidde eerder onder meer het faillissement van Kmart Corp.
GM krijgt daarnaast een extra 9,5 miljard dollar van de Canadese overheid en de Canadese provincie Ontario in ruil voor een belang van 12 procent in het nieuwe General Motors, dat naar verwachting over 60 tot 90 dagen zal herrijzen uit de as.
De Amerikaanse president Barack Obama sprak maandag de verwachting uit dat General Motors snel een doorstart zal kunnen maken. Obama verdedigde de plannen om GM en Chrysler met overheidssteun overeind te houden. Een ondergang van beide autofabrikanten zou „een enorme schade” hebben toegebracht aan de Amerikaanse economie, verklaarde hij.
Obama stelde ook dat de Amerikaanse overheid zich terughoudend zal opstellen ten opzichte van de bedrijfsvoering van GM. Het concern komt in meerderheid in staatshanden.
Volgens officiële bronnen zou de Amerikaanse overheid zijn belang in de ooit grootste autoproducent van de wereld uiteindelijk weer van de hand willen doen. Een tijdspad gaven ze niet. Wel stelden ze dat de overheid er van uitgaat dat GM hierna niet nog meer geld nodig zal hebben.
Onder de regering-Bush leende de overheid het bedrijf uit Detroit al 19,4 miljard dollar.
„De overheid wil niet belangen in bedrijven houden en zal daarom actief op zoek gaan om het meerderheidsbelang te verkopen”, aldus een ambtenaar. „Het doel is om sterke bedrijven vooruit te helpen, bedrijven die weer snel winstgevend kunnen worden.”
GM leed een verlies van 6 miljard dollar in de eerste drie maanden van dit jaar. In 2008 werd een verlies geboekt van 30,9 miljard, en in 2007 bijna 39 miljard, het grootste verlies uit de geschiedenis van auto-industrie.
Terwijl de verliezen zich opstapelden, keerden beleggers het aandeel de rug toe. Op de beurs verloor het fonds in minder dan een jaar tijd meer dan 90 procent van zijn waarde. Vrijdag sloot het aandeel op 0,75 dollar, het laagste niveau sinds de begin jaren dertig. In oktober 2007 koerste het aandeel nog boven de 39 dollar.