Dat zei CU-fractievoorzitter Slob vrijdagavond in Ede tijdens een campagneavond voor de Europese verkiezingen.De Europese Unie besloot recent om de melkproductie te liberaliseren, wat de komende jaren moet leiden tot een geleidelijke verruiming van de productieregulering en op termijn (2015) zelfs een afschaffing van melkquota. Volgens Slob is Nederland hiervoor een eminent pleitbezorger binnen de Europese Unie.

Veel boeren in de Europese Unie worden op dit moment getroffen door de historisch lage prijzen voor melk en boter. Sommige agrariërs moeten hun melk zelfs met verlies verkopen. Een verdere verhoging van de productie, waardoor de melkprijs nog verder onderuitgaat, is volgens de CU’er „niet in het belang van een gezonde agrarische sector.”

Slob memoreerde er gisteren aan dat het gemeenschappelijk Europees landbouwbeleid altijd gericht is geweest op een betaalbare prijs voor de consument en een redelijk inkomen voor de boer. Met name dat laatste belang staat volgens hem sterk onder druk door de geleidelijke verruiming van de quota.

Slob: „Dit beleid, dat met name door CDA’ers wordt voorgestaan, is uitsluitend in het belang van grote boeren die nog enige marge hebben om hun kostprijs te verlagen.”

De schaalvergroting waartoe dit proces leidt noemt hij echter „fnuikend” voor een groot aantal kleinere en middelgrote bedrijven. „Het miskent dat het voortbestaan van deze bedrijven van groot belang is voor de vitaliteit en leefbaarheid van het platteland en het aanzien van ons typisch Nederlandse weidelandschap.”

Veel boeren willen die kant helemaal niet op, meent Slob. „En ik ben ervan overtuigd dat ook de consument absoluut niet zit te wachten op deze keerzijde van z’n steeds goedkopere pak melk. Dat offer is te groot.”

Diverse landen hebben recent verzocht om de opheffing van de productiequota te vertragen. Eurocommissaris Fischer Boel (Landbouw) stelt echter dat de quota niet de oorzaak zijn voor de huidige lage prijzen. Volgens haar moeten boeren vooral minder produceren.