Naast/ / Opwekking / Confessioneel
Samen met de dorpsoudsten woonde Gerrit den Broeder in het Afrikaanse dorp Dogbo de ingebruikname van een kerkgebouwtje bij. Tijdens de dienst klonk ineens een verzoek van een van hen: „Zeg, kunnen jullie die God van jullie niet bidden om regen?” De kans daarop, schrijft Den Broeder in Naast/ (zendingsblad binnen de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt), was op dat moment nihil.
„Wetend dat mijn gebed nergens op uit zou lopen –want gebeden van twijfelaars…– was ik maar al te blij dat het gebed overgelaten werd aan iemand met minder meteorologisch inzicht. „God”, bad hij, „als U wilt kunt U het laten regenen, zelfs nu op dit moment. Wij vragen U, Heer, laat het regenen.”En, u voelt hem natuurlijk al, de avond na de kerkdienst steekt er ineens een stevige wind op en het begint te regenen. En de dag erop weer: regen, regen en nog eens regen. Ergens aan het einde van de middag kwamen er drie jongens langs ons huis lopen, die riepen: „Hey, pasteur, goed kerkje hebben jullie daar, volgende week zondag komen wij ook!”
Ja, God werkt wel degelijk. Maar misschien wel meer ondanks dan dankzij zijn knechten op het zendingsveld. Want wie moet er hier nu eigenlijk bekeerd worden? Ik of zij? Of wij allebei?” (Naast/)
Opwekking
Het voormalige kerkgebouw van de gereformeerde gemeente te Rotterdam-Zuid, aan het Mijnsherenplein, is nu in gebruik bij een Victory Outreachkerk, die werkt onder drugsverslaafden. In Opwekking Magazine is een interview opgenomen met het voorgangersechtpaar Jerry en Xannelou Mendes-zoon.
„Het eerste wat opvalt, is het gebouw, niet meer een galerijwoning, maar een voormalige gereformeerde kerk met bijgebouwen uit de tijd dat Nederland nog christelijk was. Vóór de kerk het weinig inspirerende Mijnsherenplein met wat speeltoestellen. Prima hangplek, is mijn eerste reactie. Overal lopen mensen die qua afkomst eerder verwant zijn aan Mohammeds neef Ali dan aan Abraham Kuyper. We zijn in de Tarwewijk, een zogenaamde Vogelaarwijk. Een hek om het donkere gebouw geeft de indruk dat het een ommuurde vesting is, maar binnen is het heel anders. Eenvoudig ingericht, maar licht en vrolijk. Mensen die in- en uitlopen, elkaar omhelzen, gesprekken voeren en mij het gevoel geven dat ik welkom ben. In een hoekje van de prachtig verbouwde kerkzaal zie ik twee mensen voor elkaar bidden. In de vroegere consistoriekamer zit ik tegenover het predikantsechtpaar, dat eens zelf zwaar in de problemen zat door drugs en criminaliteit.”
Confessioneel
„De prognose is dat de kerk eerst nog krimpt, rond 2025 wordt een omslag verwacht”, begint ds. B. H. Weegink zijn artikel in Confessioneel (blad Confessionele Vereniging binnen de Protestantse Kerk).
„Op zo’n zinnetje komen reacties: „Hé, dat zou mooi zijn! Waar kan ik er al over lezen? Dan koop ik een handboek en stellen we ons beleidsplan erop af.”
Het is de verwachting van de godsdienstsociologen. Zij volgen de bevolkingsstatistieken en letten op de curven. Ze schudden het hoofd wanneer er wordt gezegd dat de kerk nu al een opleving beleeft en weer opklimt.
Het blijft eerst nog krimp. Maar gelet op de jonge, orthodoxe instroom en op het natuurlijke verloop door vergrijzing kun je demografisch ervan uitgaan dat over 15 à 16 jaar een keerpunt komt.
Een atheïstische Klaas Hendrikse (…) en een vrijdenkende Fennie Kruize („de ideeën over Jezus Christus en verlossing zijn verouderd; iedereen bezit de geest om op eigen kracht verlossing te bereiken”) zullen vanzelf uit de kerk zijn weggesaneerd. Ze hoeven hun klankbord niet meer in het restant van de kerk te zoeken, omdat ze in de maatschappij andere en voor hen meer passende „kaders voor zingeving” hebben gevonden.
De kerk komt terug op de kern: Jezus Christus, en die gekruisigd en opgestaan. Confessioneel gezegd: de kerk houdt het op de heilsfeiten en die zijn waar. Je gelooft erin of je gelooft er niet in. Geen geloof in de verhalen uit een cultuurchristendom, maar geloof als reality en gebaseerd op de Godservaring uit het Woord.”