De meeste mensen kwamen om het leven als gevolg van bombardementen die door het leger werden uitgevoerd op het laatste bolwerk van de rebellenbeweging Tamil Tijgers. In het enkele vierkante kilometers kleine stukje kustgebied in het noordoosten van het eiland bevonden zich tegen het einde van de oorlog ongeveer 100.000 burgers.De autoriteiten van de eilandstaat maken vooralsnog melding van een veel lager dodental. De regering gaat uit van enkele duizenden burgerdoden. Volgens de officiële lezing zijn de Tamil Tijgers verantwoordelijk voor alle sterfgevallen onder burgers.

Verder houdt de regering vol dat ze op 27 april is gestopt met artilleriebeschietingen van de ’no–fire–zone’, zoals het oorlogsgebied ten onrechte werd beschreven. Tot dat moment waren circa zevenduizend burgers om het leven gekomen. Volgens bronnen binnen de Verenigde Naties ging het na 27 april juist helemaal mis. Tot en met 18 mei, toen de rebellenleider Velupillai Prabhakaran werd gedood, lieten per dag circa duizend burgers het leven.

The Times stelt dat de regering van Sri Lanka niet de waarheid spreekt. „Foto’s vanuit de lucht, officiële documenten, verklaringen van ooggetuigen en deskundigen vertellen een ander verhaal", schrijft de krant. Tijdens de strijd was het onmogelijk om een objectief beeld te krijgen van de situatie in het oorlogsgebied. Onafhankelijke waarnemers werden niet toegelaten. In een reactie op het artikel wees de Sri Lankaanse regering de beschuldigingen van de hand.

Het militaire offensief maakte vorige week een einde aan 26 jaar burgeroorlog op het eiland ten zuiden van India, maar „onschuldige burgers betaalden de prijs", aldus The Times.

De Verenigde Naties deden vrijdag hun beklag over het feit dat ze nog altijd geen toegang krijgen tot de circa 260.000 Tamils die op dit moment worden vastgehouden in vluchtelingenkampen. Een VN–woordvoerster stelde dat het dodental onder burgers in het conflictgebied onaanvaardbaar hoog is, zonder exacte getallen te noemen.