„Gezindte leeft bij waan van de dag”
„De hemel is een plaats van liefde en daarom is de weg tot de hemel onvermijdelijk ook een weg van liefde.” Ds. M. Klaassen uit Hedel sprak donderdag in Utrecht voor studentenvereniging Depositum Custodi over ”Liefde in de eindtijd”.
Alle gelovigen zijn pelgrims die slechts één doel voor ogen hebben, zei de hervormde predikant: het hemelse vaderland.In dit leven begint dat zalig hemelleven. „Net als bij een koor kunnen alleen die koorleden meedoen met de grote uitvoering die het stuk vooraf hebben ingestudeerd. In de hemel wordt een loflied op Gods heerlijkheid aangeheven door een machtig koor uit vele mensenmonden die hier op aarde de hemelse melodie hebben ingestudeerd.”
Met de lezing van ds. Klaassen sloot Depositum Custodi (DC) donderdag de lezingencyclus van het studiejaar af. De tien lezingen werden gehouden onder het thema ”Zo blijft in deze Mijn liefde – Hoe liefde hart en leven vormt”.
Ds. Klaassen, zelf oud-lid van de studentenvereniging, merkte op dat het een goede DC-traditie is de laatste lezing bezinnend van karakter te laten zijn. „Overigens is het ook onmogelijk in het abstracte te spreken over de eindtijd en over hemel en hel”, benadrukte de predikant, „want het eigen leven is hierbij zo nauw betrokken dat een lezing over dit onderwerp altijd ethisch van aard moet zijn.”
Volgens ds. Klaassen wordt in de Bijbel nooit over de eindtijd gesproken als „het laatste restje tijd.” De periode van de eindtijd begon direct na Christus’ opstanding en Hemelvaart. Het leven van alle volgelingen van Jezus wordt gestempeld door deze verwachting van Zijn spoedige komst en het eindgericht.
Deze eindtijdverwachting belet christenen evenwel niet in het volle leven te staan, want zij leven niet in een roes, maar zijn volgens de oproep van Petrus nuchter en waakzaam. „Voor christenen staan studie en carrière, geld en goed, zelfs de intiemste relatie niet op de eerste plaats. Christenen zijn geheel gericht op die heerlijke toekomst en daarom is het christelijke leven gestempeld door het hemelleven.”
„Helaas”, zo zei de Hedelse predikant, „is de praktijk vaak zo tegengesteld en worden mensen van de gereformeerde gezindte vaak meegesleurd op de golven van het medianieuws en leven ze bij de waan van de dag.”
Ds. Klaassen wees de studenten erop dat de Bijbel geen mededelingen doet over het exacte tijdstip van de wederkomst, maar wel oproept nuchter en waakzaam te zijn. „Het gebed en de vurige liefde tot elkaar blijken onontbeerlijke attributen te zijn voor een verwachtingsvol leven. Zonder liefde en gebed wordt de eindstreep niet gehaald.”
„Velen denken dat Jezus’ waarschuwing over de verkilling van de liefde voor de wereldlingen geldt, maar het is juist opvallend dat Hij doelt op verkilling van de liefde binnen de christelijke gemeente”, waarschuwde de predikant, die het materialisme van de gereformeerde gezindte een teken aan de wand vindt. „Als in de christelijke gemeenten allerlei twisten blijven voortleven en men in de praktijk elkaar niet kan vergeven, dan is dit ook een blijk van de verkouding van de liefde. Wie leeft uit Gods vergevende liefde, kan ook anderen vergeven. Daarom zegt Petrus dat de liefde een menigte van zonden bedekt.”
Edwards
In het tweede deel van zijn lezing ging ds. Klaassen uitvoerig in op de gedachten van Jonathan Edwards. Deze puriteinse opwekkingsprediker, die in de Verenigde Staten ook als een groot filosoof bekendstaat, heeft „diep nagedacht over de hemel.” Ds. Klaassen citeerde vele passages uit preken en verhandelingen waaruit dat blijkt.
Toch heeft Edwards nooit het leven in de praktijk uit het oog verloren. „Edwards heeft twee grote opwekkingen meegemaakt, maar hij was zich ervan bewust dat geestelijk leven altijd vergezeld gaat van sociaal en maatschappelijk heilzame gevolgen.” Juist in tijden van opwekking ontstonden weeshuizen en armen- en gevangenenzorg.
Volgens ds. Klaassen heeft Edwards recht gedaan aan de vele Schrifplaatsen waarin tot een heilig leven wordt opgeroepen. Hoewel de opwekkingsprediker goed wist dat er alleen sprake kan zijn van „genadeloon”, was hij van mening dat er in de hemel gradaties zijn in heerlijkheid. Gelovigen die nauwgezet leefden en uitblonken als leraars of in goede werken, hebben in de hemel grotere heerlijkheid te verwachten.