„Israël maakte van Gaza een gevangenis”
De Israëlische blokkade van de Gazastrook heeft geleid tot menselijk leed zonder precedent en tot de feitelijke gevangenschap van 1,5 miljoen Palestijnen. Het offensief dat Israël in december 2008 tegen de Hamas begon, heeft de Gazastrook aan de rand van een humanitaire ramp gebracht.
Dat stelt de internationale mensenrechtenorganisatie Amnesty International in een rapport over de wereldwijde mensenrechtensituatie in 2008. Het rapport werd donderdagavond gepubliceerd.Honderden ernstig zieke patiënten die behandeling nodig hadden in ziekenhuizen buiten de Gazastrook kregen geen toestemming het gebied te verlaten en verschillenden overleden. Honderden studenten kregen geen mogelijkheid naar hun universiteiten in het buitenland te reizen omdat ze de Gazastrook niet uit konden. De meeste inwoners van de strook waren afhankelijk van internationale hulp, maar de Israëlische blokkade belemmerde de mogelijkheid van VN-organisaties om hun diensten te verlenen.
Op de Westelijke Jordaanoever werd de bewegingsvrijheid van Palestijnen zwaar beperkt door ongeveer 600 militaire controleposten en afsluitingen en de 700 kilometer lange veiligheidsbarrière. De uitbreiding van illegale nederzettingen op in beslag genomen Palestijns land was het grootst sinds 2001.
Israëlische soldaten en kolonisten die Palestijnen ernstig mishandelden, gingen in de meeste gevallen vrijuit, inclusief gevallen met dodelijke afloop. Honderden Palestijnen werden door Israëlische militairen gearresteerd. Verslagen over martelingen en andere manieren van slechte behandeling kwamen veelvuldig voor. Ongeveer 8000 Palestijnen verbleven in Israëlische gevangenissen, in veel gevallen na oneerlijke militaire processen.
Bij het offensief dat Israël op 27 december in de Gazastrook begon, zouden ruim 1400 Palestijnen zijn gedood, onder wie ongeveer 300 kinderen. Ongeveer 5000 Palestijnen raakten gewond. Israëlische soldaten schonden volgens Amnesty verschillende keren het oorlogsrecht. Ze zouden aanvallen hebben uitgevoerd op gebouwen met burgers en een buitensporig groot aantal slachtoffers onder burgers hebben veroorzaakt toen ze Palestijnse militanten aanvielen.
Ook de Palestijnen schonden de mensenrechten. Zowel de Palestijnse veiligheidstroepen op de Westoever als die van Hamas in de Gazastrook hebben honderden leden en aanhangers van tegenpartijen zonder vorm van proces opgepakt en gemarteld. Militaire gerechtshoven op de Westoever en in de Gazastrook hebben negen mensen ter dood veroordeeld maar geen executies uitgevoerd. Eind december arresteerde Hamas politieke opponenten wegens „collaboratie” met Israël. Sommigen werden vermoord, anderen geslagen of in de benen geschoten.
De in Jeruzalem gevestigde NGO Monitor, een organisatie die zich bezighoudt met het kritisch volgen van mensenrechtenorganisaties, beschuldigt Amnesty International ervan een zeer eenzijdig rapport te hebben opgesteld. Het raport gebruikt volgens de waakhond „zeer overdreven taal en absurde beweringen. Amnesty verdraait het conflict op grove wijze, maakt selectief gebruik van gebeurtenissen om de context van terrorisme uit te wissen, negeert de mensenrechten die niet overeenkomen met de politieke agenda en herhaalt claims die niet op bronnen maar op praatjes zijn gebaseerd.”
De NGO Monitor wijst erop dat Amnesty International Israël voorstelt als de tweede op de ranglijst van de schenders van mensenrechten in het Midden-Oosten, na Iran. De schendingen in de Palestijnse gebieden, Syrië. Libië, Egypte en Saudi-Arabië krijgen veel minder aandacht. De NGO Monitor stelt ook dat Amnesty Israël er ten onrechte van beschuldigt de aanval op de Gazastrook te zijn begonnen en de lange geschiedenis van terrorisme en raketbeschietingen uit dat gebied te negeren.