Hijgend naar Heidi’s hut
Een paar boeken zijn er in de wereld waarvan gezegd wordt dat ze na de Bijbel het meest herdrukt werden. Johanna Spyri’s klassieker over de kleine Heidi is er een van. Wie deze zomer Zwitserland bezoekt, kan in Heidi’s voetspoor de berg op.
„Het spijt me.” De souvenirverkoopster achter de toonbank van de Heidiwinkel in het Heididorp onder aan de Heidi-alp schudt haar hoofd. „Het is wel twee uur lopen naar de hut… Geen probleem? Maar u moet al die tijd klimmen! En ook nog een uur terug! Met drie kleuters valt dat niet mee.” Ons besluit staat echter vast. Wie in Maienfeld is, wil de hut van Heidi gezien hebben. Op naar de top.Wijngaarden
De borden doken langs de snelweg al op. Bruine borden die duiden op een culturele bezienswaardigheid. ”Heidi-land”. ”Heidi-dorf”. We naderen Maienfeld, de plaats waaromheen de Zwitserse schrijfster Johanna Spyri bijna 130 jaar geleden haar verhaal over het weesmeisje Heidi liet spelen.
Het dorp blijkt een sprookje. Blauwe regen klimt tegen eeuwenoude muren op. Monumentale gevels verrijzen tegen een achtergrond van besneeuwde bergtoppen. Aan Heidibordjes geen gebrek. Een enkele keer wijzen ze zelfs twee kanten tegelijk op! Heidi kennende, gaan wij ervan uit dat we in de bergen moeten zijn. Een smalle weg dwars door de wijngaarden leidt ernaartoe.
Klingelende bellen
Bij Hotel Heidihof is een parkeerplaats. Van daaruit ben je lopend binnen enkele minuten in een gehuchtje dat Heididorf heet. Het pad voert via weilanden, waar koeien met klingelende bellen al lang niet meer opkijken van de passerende mensenmassa.
Midden in de kleine nederzetting vertelt een bord dat het dorp en de wandelroute zijn geopend ter gelegenheid van de 100e sterfdag van de wereldberoemde schrijfster op 7 juli 2001. Tijdens de twee uur durende wandeling kom je citaten en illustraties uit het boek tegen.
Heidiwijn
De souvenirwinkel puilt uit van de Heidiwijn en Heidikoeken. Bij de toiletten hangen zelfs houten Heidispaarpotten. Ondanks het negatieve advies van de dame achter de toonbank bestijgen we de berg.
Het pad is steil en glibberig. Stukken steen moeten onze voeten stevigheid bieden. Aanvankelijk kost het moeite om overeind te blijven, na een tijdje wordt de weg veel beter begaanbaar.
Bij een bord houden we halt. Hier zou Heidi elk voorjaar wanneer ze de berg op ging stilgestaan en rondgekeken hebben. Het citaat betreft een natuurbeschrijving uit ”Heidis Lehr- und Wanderjahre”. De kinderen kunnen via een gat in verschillende kistjes voelen welke natuurgeschenken Heidi hier vond. Ze betasten het blad, de dennenappels en stappen weer verder. Omhoog.
Twee Japanse jongedames halen ons in. Jazeker, ze zijn helemaal vanaf de andere kant van de wereld gekomen om Heidi’s huis te zien, vertellen ze. Het boek kennen ze, maar vooral de tekenfilm over het Zwitserse meisje is in hun vaderland razendpopulair, zowel onder kinderen als onder volwassenen.
Even verderop vertellen landgenoten van de vrouwen een soortgelijk verhaal. Mitsuharu (35) en Hiromi (33) Hasumi zijn beiden fan van de kleine Heidi. Toen hij een jaar of tien was, las en herlas hij het boek eindeloos vaak, zegt Mitsuharu lachend. Nu ze volwassen zijn, kijken ze samen naar de tekenfilm…
Rolstoel
Naarmate we hoger komen, wordt de afstand tussen de tekstborden kleiner. Bij een ervan zijn Spyri’s hoofdpersonen in houtsnijwerk te zien. Bij een ander bord staat Klara’s rolstoel, die door Geiten-Peter van de berg werd geduwd toen hij Heidi’s vriendschap niet langer met de zieke Klara wilde delen.
Talloze haarspeldbochten verder verwelkomt –eindelijk– een wapperende Zwitserse vlag de bezwete bergbeklimmers. Daar is opa’s hut. Zo’n honderd jaar oud moet hij zijn. Toen het boek verscheen, bestond het huisje dus nog niet. Ook de vele films die naderhand over Heidi werden gemaakt, schijnen op andere locaties te zijn opgenomen, vaak veel verder van Maienfeld, waar Spyri zelf haar verhaal wel liet spelen.
Desondanks blijft dit een plekje dat tot de verbeelding spreekt. Al zal het de hooggespannen verwachtingen van menige Heidifan teleurstellen dat je het houten huis vanbinnen niet kunt bekijken. Geen blik op Heidi’s bed in het hooi dus, geen spoor van de tafel waaraan zij met grootvader at. Ook de goudgele kaas en de romige geitenmelk uit het boek zijn in de verste verte niet te bekennen.
Maar het uitzicht is adembenemend. Zelfs hond Ollie die op dit plekje woont, schijnt ervan te genieten. Als een roerloos silhouet staat hij lang op het randje van de berg, starend naar de ruige rotsen en besneeuwde hellingen rondom.
Warme chocola
De beheerders van de hut zijn nieuw dit jaar. Hij sjouwt kratten vol frisdrank het ‘geitenhok’ in. Zij serveert tegen betaling flesjes appelsap en warme chocola van geklopte verse melk. Ze vindt hun nieuwe taak nog spannend, vertelt ze. Toeristen hebben vaak weinig begrip en weinig geduld. Als het terras vol zit, is het hard werken geblazen op de alp. En dat laatste gebeurt nogal eens. Gedurende de zomer woont ze met haar man in de hut. Hun drinkwater komt uit de bergen; elektriciteit krijgen ze dankzij enkele zonnepanelen. Op sombere dagen is de energievoorziening krap, maar het is altijd meer dan in Heidi’s dagen. Toen moesten opa en zijn kleindochter zich met vuurtjes en olielampen redden.
Heimwee naar opa en de Alp
De ouders van de vijfjarige Heidi zijn gestorven. Een tante van zorgt voor haar. Als die een goede betrekking in het verre Frankfurt kan krijgen, ziet ze haar kans schoon. Het kleine weesmeisje brengt ze onder bij Heidi’s grootvader. Hij staat bekend als een oude brombeer. Hoewel opa zijn kleinkind bepaald niet met open armen ontvangt, ontstaat er al snel een hechte band tussen hen. Overdag gaat Heidi met Geiten-Peter en zijn kudde mee de bergen in. ’s Avonds geniet ze met grootvader van alles wat hij haar in zijn kleine hut leert over het leven. ’s Nachts slaapt Heidi heerlijk in het hooi – met uitzicht op de Alpen. Die twee zijn gelukkig, maar er komen donkere dreigingen. De onderwijzer uit het dorp wil opa spreken; de dominee legt in hoogsteigen persoon een bezoek af. Een kind bij een oude man op de berg – dat kan niet, vinden zij. Uiteindelijk is het tante Dete die Heidi volkomen onverwacht bij opa weghaalt. Ze moet mee naar Frankfurt om het rijke, zieke meisje Klara gezelschap te houden. Heidi en Klara worden hartsvriendinnen, maar Heidi mist opa en de bergen. Dat ze in de stad de hemel nauwelijks kan zien, maakt haar diep ongelukkig. Als ze ziek van heimwee wordt, stuurt een arts Heidi naar opa terug. Klara komt na verloop van tijd op bezoek en dan wachten er nieuwe avonturen waarbij de bergen een belangrijke rol spelen.
Johanna Spyri
Het gehucht waar de Heidiwandeltocht begint en eindigt, herbergt een klein museum. Daarin zie je hoe Heidi leefde. In een vitrine liggen veel verschillende uitvoeringen van het boek, dat in meer dan veertig talen verschenen is. De informatie over de schrijfster blijft beperkt tot enkele foto’s en een korte levensloop. Johanna Spyri (1827-1901) was de dochter van een arts en een dichteres. Ze trouwde met een jurist. Op 44-jarige leeftijd debuteerde ze. In totaal verschenen er 31 boeken, 27 verhalenbundels en 4 brochures van haar hand. ”Heidi” betekende haar grote doorbraak. Rond 1880 correspondeerde ze met Conrad Ferdinand Meijer, die –hoewel zelf auteur van een totaal ander genre– enthousiast was over ”Heidi”. In 1884 stierven Spyri’s echtgenoot én hun enige zoon. In 1901 werd zij bij hen begraven in het familiegraf in Zürich. Haar boek over Heidi zou nog talloze keren herdrukt (en verfilmd) worden. Menige bewerker nam daarbij overigens de vrijheid om drastisch in het verhaal te wijzigen. Zo ontbreken in sommige herdrukken onder meer de geestelijke gedichten die Heidi aanvankelijk aan Geiten-Peters grootmoeder voorlas. De meest recente uitgave van het boek in Nederland is ”Heidi. 2 hartverwarmende verhalen” van uitgeverij De Eekhoorn in Oud-Beijerland (2006).