Jeugdherinneringen uit Indië
Titel:
”Sleuteloog”
Auteur: Hella S. Haasse
Uitgeverij: Querido, Amsterdam, 2002
ISBN 90 214 6686 4
Pagina’s: 196
Prijs: € 16,95. Hella Haasse, de 84-jarige éminence grise der Nederlandse letteren, kan het schrijven niet laten. Nadat twee jaar geleden haar roman ”Fenrir” verscheen, is ze nu -tien jaar na de verschijning van haar laatste Indische roman, ”Heren van de Thee”- opnieuw terug bij haar geboortegrond: Nederlands-Indië. ”Sleuteloog” is een roman vol herinneringen van een oude dame aan haar jeugd in Indië.
Haasse schreef een aantal jaar geleden in ”Een handvol achtergrond”: „Hoe zou ik mij ooit kunnen losmaken van mijn ’Indische’ verleden? Dat is, op de keper beschouwd, vooral dit: de instinctieve, zintuiglijke binding met de geboortegrond, met het klimaat, van mijn jeugd (…) Naïef en onbevangen (…) achtte ik mij volkomen op mijn plaats in dat land en in die maatschappij.” Er zijn diverse overeenkomsten tussen de hoofdpersoon en de schrijfster: de hoofdpersoon is 82, „buiten de tijd geraakt”; ze woont in Nederland maar is in Indië opgegroeid, enzovoort. De lezer krijgt de indruk dat Haasse er weinig moeite voor doet de autobiografische suggesties te camoufleren.
Het is indrukwekkend hoe boeiend en psychologisch diepgravend Haasse haar hoofdpersoon steeds dieper tot de kern van haar herinneringen laat doordringen, om die vervolgens tegen het scherpe, hedendaagse licht te houden. Het verhaal gaat als volgt: mevrouw Herma Warner krijgt een brief van de journalist Moorland, die onderzoek doet naar Mila Wychinska. Moorland vraagt zich af of Warner wellicht in haar Indische jeugd bij haar op school heeft gezeten. Dat heeft ze inderdaad, al heette haar jeugdvriendin destijds Dee Mijers.
Om de feiten boven tafel te krijgen, wil Warner in haar Indische kist kijken. Maar ze kan de sleutel nergens vinden. Bovendien: de kist was altijd al moeilijk open te krijgen. Het sleuteloog bevatte in elkaar verstrengelde lijnen, die door de tegendruk die het slot gaf bij het opendraaien pijnlijk in je hand werden afgedrukt. Niet voor niets is dit beeld gekozen als titel voor het boek: herinneringen ophalen kan heel pijnlijk zijn, soms is het maar beter dat de sleutel al jaren kwijt is.
Pijnlijk
Toch zorgt de correspondentie met Moorland ervoor dat Warner langzaam maar zeker alle kamers van haar verdrongen herinneringen een schoonmaakbeurt geeft. Schoonmaken moet ze, want ze beseft -nu ze op het punt staat naar een verzorgingshuis te gaan en ze haar vertrouwde omgeving moet verlaten- dat ze met het verleden in het reine moet komen. Ze heeft daar de inhoud van de kist niet voor nodig, haar „persoonlijke herinneringen overwoekeren vaak de feitelijke informatie”, maar gelukkig is Moorland in alles geïnteresseerd.
Pijnlijk zijn de herinneringen omdat ze de dingen in een ander licht zetten. De „instinctieve, zintuiglijke binding” is verminderd en er komt door de afstand in tijd en ruimte meer overzicht over het geheel. Kortom: Warner is „de onbevangenheid voorbij.” Ze dacht namelijk altijd dat ze een heel goede verhouding had met Dee. Maar in de puberteit is dat veranderd. Dee nam meer afstand van haar vriendin en confronteerde haar met de verschillen tussen hen beiden: Dee, een Indo, wier familie nog zo veel moeite kan doen zich aan te passen aan de totoks (de Nederlandse elite), maar die altijd slechts voor spek en bonen zou meedoen; Herma een echte blonde en blauwogige telg uit een Nederlands geslacht.
Dee raakte ook betrokken bij het in het interbellum opkomende nationalisme in Nederlands-Indië. Hoewel Herma er wel bij betrokken wilde zijn, wantrouwde Dee haar belangstelling. Zo groeide er verwijdering, omdat Dee -anders dan haar familie- haar loyaliteit aan de Indische zaak beleed. Het is het thema dat Haasse al in haar debuut ”Oeroeg” aan de orde stelde en dat ook hier psychologisch sterk wordt uitgewerkt.
Maar mocht Herma denken dat het vroeger wel goed was tussen hen, later -bij het lezen van Dee’s dagboek, dat in haar bezit is gekomen- leest ze al veel vroeger geïrriteerde en denigrerende opmerkingen over zichzelf. In 1939 verliet Herma Indië en ging naar Nederland. Daar trouwde ze met Taco Tadema, die in Indië al met Dee en Herma bevriend was. In 1952 en 1967 reisden ze weer naar Indië. Beide keren ontmoetten ze Dee, maar het contact kwam niet verder dan de beleefdheidsvragen van een moreel verplichte schoolreünie.
Huwelijk
In 1967 reisde Herma’s man verder naar de Molukken, om daar informatie te zoeken voor zijn historisch onderzoek. Toen hij verder trok naar de Filippijnen werd hij echter gevangengenomen en bleef ruim een jaar in gijzeling. Na zijn terugkeer was hij een wrak. Herma verzorgde hem tot zijn dood.
Daarna deed ze een schokkende ontdekking. Ze ontving een condoleancebrief van een wetenschapper uit Amerika, die Taco had ontmoet tijdens zijn verblijf op de Molukken. Hij schreef dat Taco veel sprak over zijn vrouw Dee (!), die hij hier opwachtte. Die mededeling bracht weer een nieuw proces van herinneren met zich mee: alles wat nog goed leek, haar huwelijk met Taco, wat was het eigenlijk waard? Was hij niet in Indië al verliefd op Dee? Hadden ze elkaar ook op de Filippijnen ontmoet? Dee bleek er wel geweest te zijn. Was de ontmoeting tussen Taco en haar in Parijs in 1964 wel zo toevallig als ze deden voorkomen?
Dáárom is herinneren zo pijnlijk omdat het nieuwe weten oude zekerheden op losse schroeven zet. Voor dat thema ligt de sleutel in de titel van het boek: Moorland laat aan het einde van het boek de sleutel van de kist, die uiteindelijk toch gevonden wordt, onderzoeken. Er blijkt een Arabische spreuk op te staan: „Al wat je ooit zag of hoorde, al wat je dacht te weten, is niet meer dat, maar anders.” Anders: moeilijker, pijnlijker. Maar nu is Warner dan toch klaar met het verleden. Ze kan naar het rusthuis en de aantekeningen over Dee kunnen de open haard in: „een rookoffer ten afscheid.” Hopelijk is Haasse -als haar de gezondheid gegeven wordt- nog níét klaar met het verleden.