Woning Fortuyn te koop, inboedel onder de hamer
NIJMEGEN (ANP) – Behalve de inboedel van Pim Fortuyn staat ook de woning van de vermoorde politicus te koop. Het veilinghuis Hessink’s, dat de eigendommen op 27 juni veilt, bemiddelt in de verkoop van het Palazzo di Pietro in Rotterdam. De villa is getaxeerd op 1,35 miljoen euro.
Veilingmeester Richard Hessink had het graag anders gezien. „Het is zonde dat Fortuyn geen museum krijgt". Bovendien had hij graag gewild dat de inboedel niet versnipperd zou worden verkocht.Hessink heeft de afgelopen maanden alle eigendommen van Fortuyn gedocumenteerd. De pantoffels, duizenden foto’s, rekeningen, interviews, brieven, boeken en racefiets, tot zijn bed en het beroemde bureau gaan onder de hamer. Er is belangstelling uit heel Europa.
Door het catalogiseren heeft Hessink Fortuyn goed leren kennen. Hij kwam te weten over zijn angsten, zijn eenzaamheid, de perikelen binnen Leefbaar Nederland, dat hij is bestolen door antiquairs. De eigenaar van het veilinghuis heeft grote waardering voor de Rotterdammer. „Hij was een goede ziel, een markant figuur. Hij had geen rechtse ideeën. Hij was een jongen van het volk. Als Klein Duimpje vocht hij tegen de rest".
Hessink stuitte in het huis op opmerkelijke stukken. Uit correspondentie blijkt dat de politicus in 1990 al had gezegd dat hij of premier zou worden of zou worden doodgeschoten. Dit laatste gebeurde op 6 mei 2002. „Wij brengen hem nog een maal tot leven. Daarna zal hij echt doodgaan".
Daarmee gaat volgens hem een „stukje geschiedenis van hier tot Tokio" verloren. „Fortuyn heeft een enorme impact gehad. Hij leeft bij de mensen. Dat meet je niet aan het aantal mensen dat hem op zijn sterfdag herdenkt. Nederland gaat slecht met zijn helden om".
Dat vinden ook Fortuyn–aanhangers. De veiling veroorzaakte veel commotie bij hen. Zij willen dat het Palazzo di Pietro als erfgoed blijft bestaan. Ze hebben geprobeerd het zelf te kopen. Sommigen zijn zo boos dat ze de eigenaren, Hans den Hartog en Marinus van Pommeren, en Hessink dreigementen stuurden.
De eigenaren en bewonderaars die een verzekeringskantoor in de woning hebben, moeten het huis verkopen omdat zij de kosten niet meer kunnen opbrengen. „Zij zijn zeker 15.000 euro per maand kwijt", weet Hessink. De gemeente Rotterdam wil deels bijdragen, maar daarmee zijn ze niet gered.
De gemeente probeerde eerder een aantal topstukken te kopen. Volgens Hessink bood ze te weinig geld. „De gemeente moet gewoon vanuit de zaal meebieden".