Duizenden Ierse jongeren jarenlang misbruikt
In Ierse jeugdinstellingen zijn decennialang duizenden jongens en meisjes geterroriseerd, vernederd en misbruikt.
Dat is de conclusie van een omvangrijk rapport dat woensdag in Dublin is gepresenteerd. Het onderzoek is gebaseerd op verklaringen van duizenden voormalige pupillen en medewerkers van ruim 250 rooms-katholieke instellingen.Tot in de jaren negentig van de vorige eeuw werden ruim 30.000 kinderen in jeugdinstellingen ondergebracht. Vooral in jongenstehuizen waren mishandeling en verkrachting aan de orde van de dag. In meisjesinstellingen kwam seksueel misbruik minder voor, maar kwamen slaag en vernederingen eveneens veelvuldig voor.
„De broeders waren mannen van geweld”
DUBLIN – In Ierse jeugdinstellingen werden kinderen behandeld als gevangenen en slaven, aldus de onderzoekers.
Op de scholen werden ze door priesters en nonnen geslagen, verkracht, vernederd. Ook werden kinderen uitgehongerd. Controleurs van de overheid slaagden er niet in de mishandelingen te stoppen.
David Lane zat van 1956 tot 1973 in het Ierse Coole in een instelling die geleid werd door nonnen. Bij David was spina bifida vastgesteld. „Er waren twee zusters die onderwijs gaven”, vertelt hij. „De ene was net moeder Theresa. De ander was wreed. Deed je maar iets fout, dan kreeg je met een stok.”
De wrede non leed aan jicht, zodat ze zelf de straffen niet kon uitdelen. „Was je aan de beurt dan moest je voor in de klas komen. Vervolgens riep ze een andere jongen, die de straf moest uitvoeren. Vond ze dat de aangewezen jongen zijn opdracht niet goed genoeg had uitgevoerd, dan moest een derde jongen komen, om de tweede te slaan. Dan stonden er drie of vier jongens voor de klas die slaag kregen. Ongelooflijk wat er gebeurde.”
Vooral gehandicapte kinderen hadden het slecht, aldus Lane. „Degenen die in bed bleven plassen, werden bij wijze van straf in een ijskoud bad gezet. Niet dat dat het probleem oploste, maar dat maakte niet uit.”
Patrick Walsh maakte in de jaren zestig deel uit van een jongensgroep in Artane, geleid door leden van de Christian Brothers. „De broeders waren mannen van geweld”, zegt hij. Dagelijks was hij getuige van wreed gedrag jegens hem en de andere jongens.
Met een muziekgroep van het huis traden de jongens in en buiten de kerk overal op. „Wij kregen geen cent; de broeders incasseerden het geld. Wij deden het werk, zij gingen er met het geld vandoor. Daar is maar één woord voor: slavernij.”
De broeders verbouwden in Artane ook aardappels en groenten. „En wij, de kinderen, werkten op het land. Onbetaald.”