Na het succesvol afronden van enkele proeftransacties in Oost-Afrika, in samenwerking met de Wereldbank, kunnen de boeren gebruik maken van derivatenproducten, zoals optiecontracten. Dit soort oplossingen waren tot nu toe alleen toegankelijk voor producenten in de ontwikkelde landen.

Door sterke prijsschommelingen hebben kleine boeren en hun coöperaties in ontwikkelingslanden moeite hun investeringen te plannen en te bepalen wanneer ze hun producten moeten verkopen.

De afgelopen twee jaar is de wereldmarktprijs voor koffie sterk gedaald, terwijl de cacaoprijs bijna verdubbelde. In 2001 en 2002 daalden de koffieprijzen naar het laagste peil in veertig jaar. Daardoor zijn er in de wereld 25 miljoen, meestal kleine koffieboeren in grote problemen geraakt. Ook is de bewegelijkheid van de koffieprijzen hoog. De afgelopen twaalf maanden bewogen de noteringen zich tussen de 42 en 75 dollarcent per pond.

„Rabobank kan de producenten nu de zekerheid bieden dat ze een minimumprijs krijgen”, aldus N. Scott van Rabobank International. De bank was ook al actief in ontwikkelingslanden via de Rabobank Foundation. Deze ondersteunt sinds 1973 projecten die lokale bevolkingen economisch onafhankelijk moeten maken. Het gaat daarbij veelal om het helpen opzetten van coöperatieve spaar- en leensystemen en agrarische aan- en verkoopcoöperaties.

In Uganda stond Rabo intussen een lokale koffieproducent bij. Deze kocht een verzekering op prijsschommelingen om een deel van de oogst van 450 boeren af te dekken. Het bedrijf wil ook transacties afsluiten voor de volgende oogst. In Tanzania werkt Rabo samen met een grote koffiecoöperatie van enkele duizenden telers. Dit bedrijf kocht een verzekering tegen prijsschommelingen voor het verkoopseizoen 2002/2003 voor arabica. Deze zaak werd afgewikkeld, waarbij de coöperatie prijsbeloften aan de boeren kon waarmaken, waar vroeger geen garantie voor de prijs bestond.