Lusten en lasten
De discussie over het pensioenstelsel is nog lang niet ten einde. Dinsdag verschijnt een rapport waarin in opdracht van de pensioenfondsen de consequenties op een rijtje gezet zijn van de eisen die de Pensioen- en Verzekeringskamer in haar rol van toezichthouder aan de fondsen heeft gesteld.Volgens de fondsen vraagt de Pensioenkamer te veel. Pensioenfondsen die door de daling van de beurskoersen in de gevarenzone zijn terechtgekomen, zouden meer tijd moeten krijgen om orde op zaken te stellen. Anders lopen de kosten voor werkgevers en werknemers te hoog op. Dat heeft duidelijk nadelige gevolgen voor de economie, zo heeft men laten berekenen.
Daarentegen is de voorzitter van de Pensioen- en Verzekeringskamer van mening dat onderdekking bij de pensioenfondsen niet geaccepteerd kan worden. Hij vindt dat er jarenlang te weinig premie is betaald. Daarvoor wordt nu de rekening gepresenteerd.
Tegelijkertijd beklemtoont hij dat met name de prepensioenregelingen de pensioenlast aanzienlijk opdrijven. Eigenlijk zou die vervroegde uittreding moeten worden afgeschaft. Dat scheelt eenderde in de totale pensioenlasten.
Ook demissionair staatssecretaris Rutte sprak vorige week de vrees uit dat de pensioenkosten uit de hand gaan lopen. Werkgevers en werknemers zouden bij de loononderhandelingen meer rekening moeten houden met financiële consequenties voor de pensioenlasten.
Ook hij pleitte voor een versobering van de pensioenen. Dat zou kunnen door het vervangen van eindloonregelingen door regelingen die het pensioen baseren op het gemiddelde loon. Daarnaast moest ook kritisch gekeken worden naar de vervroegde uittreding.
Ook elders in Europa is de pensioenproblematiek aan de orde. In Frankrijk ligt de gemiddelde leeftijd waarop werknemers ophouden met werken nog lager dan bij ons. Maar een verhoging daarvan stuit op veel verzet, zoals de opeenvolgende regeringen geconstateerd hebben.
Werknemers beschouwen die vervroegde uittreding als een verworven recht. Dat maakt het moeilijk om erin te snijden. Daarbij komt dat de Franse pensioenen gebaseerd zijn op het omslagstelsel. De solidariteit tussen de generaties die daarin tot uitdrukking komt, ziet men als een grote sociale verworvenheid.
Dat alles maakt de pensioenproblematiek moeilijk beheersbaar. Het gaat bij pensioenregelingen om geweldige bedragen, het gaat om grote aantallen mensen en het raakt hun hele levensloop. De lusten en lasten worden niet altijd door dezelfde mensen gedragen.
Gepensioneerden hebben weinig of geen directe invloed op het beleid van hun pensioenfonds. Maar via de politiek kunnen zij wel degelijk hun stem laten gelden. Wanneer politici onvoldoende aandacht hebben voor de belangen van deze omvangrijke en trouw naar de stembus komende groepering, moeten zij niet vreemd opkijken wanneer opnieuw ouderenpartijen op het toneel verschijnen.
Toch lijkt een versobering van de pensioenregelingen onvermijdelijk. Zeker als het gaat om de prepensionering, maar ook ten aanzien van het eigenlijke pensioen. Anders zijn straks, mede door de vergrijzing, de lasten niet meer op te brengen.