Huiswerk voor kerkenraad en predikant
De Bond van Nederlandse Predikanten belegt woensdag een dag voor predikanten die zijn losgemaakt van hun gemeente. Ds. H. J. Oortgiesen en A. E. Enklaar vinden dat een goed initiatief. „Zo’n bijeenkomst kan de betrokkenen onderlinge verbondenheid geven.” Maar er is ook een gevaar. „Deelnemers kunnen versterkt worden in hun negatieve beeld van de kerk om zodoende de schuld -indien daar al sprake van is- uitsluitend bij anderen leggen.”
Ds. Oortgiesen is teamleider van het bureau begeleiding predikanten van de SoW-kerken. Enklaar is in dat team maatschappelijk werker voor predikanten en hun gezinnen. Beiden komen met veel verstoorde verhoudingen in de gehele breedte van de SoW-Kerken in aanrakingen. „Van Gekrookte-Rietkring tot de vrijzinnige richting.”
De praktijk leert dat het heel moeilijk is voor losgemaakte predikanten om met iemand over hun negatieve ervaring te praten.
Losmakingen komen volgens de twee deskundigen, mede dankzij bemiddeling en advisering, uiteindelijk betrekkelijk weinig voor. Globaal gesproken is met 10 procent van alle Nederlandse predikanten iets aan de hand. „Dat kan variëren van het niet lekker functioneren tot en met een verstoorde verhouding met kerkenraad of gemeente, waarop soms losmaking volgt.”
Vergoelijkend zegt Enklaar dat van die 10 procent uiteindelijk slechts 3 procent niet echt voor het ambt geschikt blijkt te zijn. „Bovendien zit het zelden vast op de theologie. Maar het ambt is breder dan de evangelieverkondiging. Juist op andere aspecten dan prediking en pastoraat wordt een predikant vaak afgerekend. Nogal eens veroorzaken zij die uit andere kerken komen problemen.”
Ds. Oortgiesen: „Vroeger droeg het ambt de predikant. Nu draagt de predikant, de persoon, het ambt.” Hij denkt dat, ondanks de toegenomen aandacht voor de problemen, de theologische opleidingen nog niet voldoende aandacht hebben voor de meest eenvoudige communicatieve en sociale vaardigheden. „Kort gezegd: hoe leer je dingen die niet lekker zitten gewoon netjes en beheerst onder woorden te brengen en er open en eerlijk over te praten?”
„In de kerkelijke cultuur kan iedereen zich verstoppen”, merkt Enklaar op. „Behalve de predikant. Dat maakt hem kwetsbaar. Het gaat in het algemeen niet goed met de kerken. De problemen die daarbij ontstaan, worden dikwijls afgewenteld op de voorganger. Mensen denken al snel dat de betere dominee altijd in een dorp of stad verderop staat.”
Beiden ervaren dat kerkenraden zich steeds meer gaan gedragen als werkgevers van een predikant. „Sommige voeren zelfs functioneringsgesprekken. Maar kerkenraadsleden en predikant zijn allen ambtsdrager.” In de praktijk blijkt dat juist in kerkenraden met meer hoger opgeleide ambtsdragers zich problemen voordoen. Enklaar: „Je ziet daar nogal eens een competentiestrijd.”
Volgens de twee deskundigen wordt te weinig beseft dat álle ambten onder het gezag van het Woord vallen. „Kerkenraadsleden realiseren zich te weinig dat de dominee eerste onder de gelijken is. Omgekeerd moet de predikant beseffen dat hij ook inhoud moet geven aan zijn ambt.”
Het lijkt de deskundigen goed wanneer zowel predikanten als kerkenraadsleden jaarlijks in een verslag kort en objectief aangeven wat de werkzaamheden in de gemeente voor hen betekenen. „Dat moet gaan over eredienst, pastoraat, toerusting en uiteraard ook over organisatie en beleid. Dat kan heel kort en moet zeker geen lijstjes bevatten met het aantal gebrachte bezoekjes. In zulke verslagen kan iets gezegd worden over het welbevinden van de betrokkenen. Zo spoor je ook de problemen op. Maar niet alleen de kerkenraad, ook kerkvoogdij en diaconie kunnen hun werk zodoende helder krijgen. Vervolgens kan beleid bepaald worden. Dit huiswerk voor predikant en kerkenraad kan verstoorde verhoudingen voorkomen”, aldus ds. Oortgiesen.
Problemen ontstaan meestal daar waar kerkenraad en predikant niet gewoon netjes uitleggen hoe zij over zaken denken. Verder wreekt de individualisering zich. Het gemeenschapsgevoel ontbreekt meer en meer. Mondigheid van de gemeenteleden en devaluatie van het ambt vermalen dan de predikant. „Wanneer gaat iemand die het ergens mee oneens is, eerlijk het gesprek aan? Een hooglopend conflict begint vaak met kleine dingen.”
Oortgiesen en Enklaar constateren dikwijls dat predikanten altijd beschikbaar én dienstbaar willen zijn. „Velen weten soms heel moeilijk compensatie te vinden voor de werkdruk.” Hun advies: „Houd eens een zondag vrij en ga bij een collega naar de kerk. Kerkenraden moeten daar ook oog voor hebben. En trek snel aan de bel als er iets mis dreigt te gaan. Krop het in ieder geval niet op.”