Sjevardnadze trekt steun vredesmissie Abchazië in
President Eduard Sjevardnadze van Georgië heeft maandag gezegd dat hij geen verdere steun zal geven aan de Russische vredesmissie in Abchazië.
Sjevardnadze is boos omdat Moskou Russische paspoorten heeft verstrekt aan bewoners van het in 1993 van Georgië afgescheiden gebied. Ook hebben de Russen zonder zijn regering erin te kennen een spoorwegverbinding hersteld tussen Soechoemi, de hoofdstad van Abchazië, en Sotsji, een Russische badplaats aan de Zwarte Zee.
Volgens de Georgische president hebben 80.000 van de 150.000 Abchaziërs al een Russisch paspoort gekregen. „Het lijkt op een generale repetitie voor de annexatie van ons gebied”, zei hij. Hoewel hij de Russische stappen omschreef als een schending van overeenkomsten tussen Rusland en Georgië, riep Sjevardnadze niet op tot het vertrek van de Russische troepen die sinds 1994 waken over de grens tussen Abchazië en Georgië. Hij sprak de hoop uit dat Rusland op zijn schreden zal terugkeren en kondigde aan dat er deze week een Georgische delegatie naar Moskou gaat om de kwestie te bespreken.
De Russische vredeshandhavers zijn in Abchazië in opdracht van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten, dat bij het uiteenvallen van de Sovjet-Unie door twaalf van haar republieken werd gevormd. Hun mandaat moet regelmatig worden verlengd. Het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken zei maandag echter dat het dwarsliggen van Georgië de pogingen om het Abchazische conflict op te lossen „ernstig bemoeilijkt.” Maar het dreigement van Georgië om niet te tekenen, betekent volgens een functionaris van het Russische ministerie van Defensie niet automatisch het einde van de missie, omdat alle staatshoofden van het GOS er opdracht toe hebben gegeven.
Valerie Arsjba, vice-president van de door Abchazië ingestelde regering, prees de rol van de Russen en zei dat de situatie in het gebied stukken onveiliger zou worden als zij zouden vertrekken.
Georgië klaagt er al lang over dat de Russische vredessoldaten gemene zaak maken met de Abchaziërs en niets doen om de 300.000 Georgiërs die bij de afscheidingsstrijd uit hun huizen zijn gejaagd, te laten terugkeren. Maar uit vrees voor nieuwe strijd heeft Georgië tot nu toe wel steeds getekend voor verlening van hun mandaat.
Georgië en Rusland hebben eerder al onenigheid gehad over de aanwezigheid van Tsjetsjeense rebellen in de Georgische Pankisikloof. Tbilisi weigert de Russen toestemming om achter de rebellen aan te laten gaan en heeft zelf afgelopen herfst een zoekactie gehouden, na zijn troepen te hebben laten instrueren door Amerikaanse adviseurs. De relatie met Rusland werd wat beter toen Georgië onlangs enkele van terrorisme verdachte Tsjetsjenen aan Moskou overdroeg.