Reddingsoperatie op volle zee
Dik 300 opvarenden halen opgelucht adem. Kustwacht en KNRM redden hen zaterdag op volle zee van de ‘brandende’ cruiseferry. Voor 200 slachtoffers is het einde oefening. „Hellup!”
Een witte cruiseferry blaast zwarte rook. Een 163 meter lange veerboot van DFDS Seaways (1620 bedden, 600 parkeerplaatsen) stoomt op van IJmuiden naar Newcastle. De King of Scandinavia wipt –met zeven restaurants, vier bars en een casino– dagelijks de Noordzee over.Een straffe wind stuwt de golven tot 1,5 meter hoogte. Plotseling gaat het mis. Op 5 mijl buiten de kust breekt brand uit, precies volgens het rampenscenario van reddingsoperatie Livex09. Ruim 500 opvarenden zetten zich schrap. De hulpdiensten rukken uit met groot materieel: vier helikopters, twee vliegtuigen, zeven reddingsboten en een handvol vlotten. Internationale wet- en regelgeving schrijft voor dat rederijen van veerdiensten op vaste routes regelmatig rampenoefeningen moeten houden. Het Kustwachtcentrum dient als Search and Rescueorganisatie minstens één keer per jaar te trainen met de veerdiensten naar Engeland.
De grootscheepse oefening van zaterdag is bijzonder. Niet eerder is in Europa op zo grote schaal getraind met een passagiersschip. „Meestal doen we het op papier”, legt Peter van Oirschot van de Kustwacht uit op een hevig deinende persboot, terwijl een journalist z’n maaginhoud niet binnenhoudt.
Oefeningen met cruiseferry’s zijn geen overbodige luxe. De Noordzee is een van de drukstbevaren zeeën ter wereld. Jaarlijks vinden er ongeveer 250.000 scheepsbewegingen plaats. Cruiseferry’s moeten zich vaak door de spits op de Noordzee wurmen. De kans op een incident met veel slachtoffers stijgt.
Doel van de reddingsoefening is het beproeven van de communicatie tussen zee en land. „De hulpdiensten op de wal gebruiken C2000, de diensten op zee Kanaal 16. Hulpverleners moeten zich realiseren dat ze doorlopend via twee kanalen moeten communiceren. Daar gaat het nogal eens mis.”
Doelloos dobbert de King of Scandinavia rond. Het grauwe water beukt tegen de hagelwitte scheepshuid. Tientallen opvarenden schommelen verkleumd rond op feloranje gekleurde reddingsvlotten. Links en rechts schieten KNRM-vaartuigen te hulp. Mensen stappen met een gerichte sprong vanaf de cruiseferry over op de gemotoriseerde rubberboten. De KNRM transporteert hen met hoge snelheid naar IJmuiden.
Boven de horizon verschijnt een helikopter. De Koninklijke Marine en Bristow Helicopters sturen elk twee heli’s om opvarenden op te pikken. De bemanning hijst voorzichtig een slachtoffer omhoog. En even later nog een.
De heli’s vliegen af en aan met slachtoffers naar IJmuiden. In een noodhospitaal op de Volendamkade krijgen ze eerste hulp. Evacués in aluminiumfolie worden opgevangen in een sporthal Zeewijk iets verderop.
Iets na tweeën blaast de oefenleiding de operatie noodgedwongen af. DFDS moet zijn cruiseschip hoognodig weer inzetten voor het echte werk. Op dat moment zijn er echter nog maar 300 van de ruim 500 opvarenden in veiligheid gebracht. Dik 200 slachtoffers moeten worden afgeschreven? „Zo zou je het kunnen zien”, zegt Peter Verburg van de Kustwacht. In werkelijkheid was de reddingsactie natuurlijk niet afgebroken.
Oefeningen op papier en in de praktijk verschillen als dag en nacht, verklaart vrijwilliger Stefan Lightfoot (24) uit Den Haag. De student integrale veiligheidskunde is net –„half bevroren”– gered. „De praktijk blijkt weerbarstiger dan de theorie. Een goede leer.”
De oefenleiding is tevreden. Zes opvarenden zijn behandeld voor échte kouproblemen. „We hadden hier rekening mee gehouden.”