Opinie

We moeten ophouden met al dat doen

Als er van verootmoediging sprake mag zijn, laat het dan maar wezen: ”Uw doen is rein, Uw vonnis gans rechtvaardig”, reageert dr. C. A. van der Sluijs op Teun van der Weijden (RD van donderdag).

18 May 2009 10:14Gewijzigd op 14 November 2020 07:56
„Ons doen en laten krijgt doorgaans een veel grotere aandacht dan Gods daden.” Foto Stock Exchange
„Ons doen en laten krijgt doorgaans een veel grotere aandacht dan Gods daden.” Foto Stock Exchange

Teun van der Weijden deelt mijn diagnose van de situatie waarin onze gereformeerde gezindte zich momenteel bevindt, zoals ik die schetste in mijn opiniebijdrage van 28 april. Hij had toen echter ook graag een therapie aangereikt gekregen. En omdat hij deze naar zijn oordeel van mij niet kreeg, geeft hij die therapie nu zelf.In mijn bijdrage sloot ik aan bij een artikel van dr. H. van den Belt over Herman Bavinck, die de kerk van zijn dagen wilde wapenen met een waarlijk gereformeerde apologetiek. Ik constateerde dat in de recente discussie rond Andries Knevel de gereformeerde gezindte daarvan geen weet meer bleek te hebben. We menen zelfs de Bijbel te kunnen verdedigen zonder persoonlijk genade te hebben ontvangen. Daarom heb ik me in een slotzin afgevraagd of de gereformeerde gezindte nog leeft.

Niet meer, niet minder! Graag een beetje zakelijk. En alles op zijn tijd. In diverse publicaties meen ik een therapie te hebben aangereikt tot geestelijk herstel van onze gereformeerde gezindte, die ook mij zeer lief is. Ik behoef alleen maar te verwijzen naar mijn recent verschenen boek ”Reformatorisch leven in deze tijd”. Nogmaals, alles op z’n tijd.

Voorts vindt Van der Weijden dat ik in mineur eindig. De brief aan Sardis wordt mij ten voorbeeld gesteld: „Die overwint…! Leven in overwinning.” Mag ik broeder Van der Weijden wijzen op de gevaren van het isoleren van deze gedachte? Zijn oproep tot verootmoediging kan ik nu helaas alleen maar lezen in het kader van deze overwinningsgedachte

Triomfalisme

En inderdaad, zoals Van der Weijden zelf al suggereerde, dan proef ik in een oproep tot gebed en verootmoediging al gauw arminianisme in de vorm van een verkapt triomfalisme. Want we zijn in de gereformeerde gezindte veel verder weg dan wij vermoeden. Ons doen en laten krijgt doorgaans een veel grotere aandacht dan Gods daden.

Als er dan van verootmoediging sprake mag zijn, laat het dan maar wezen: ”Uw doen is rein, Uw vonnis gans rechtvaardig”.

Wij moeten eens ophouden met al dat doen. God zal het doen! En dan mogen wij het uit handen geven in de doorboorde handen van Christus. Zalig niets te wezen in het eigen oog voor God. Dan gaan we winnen door te verliezen. Niet één keer, maar steeds weer!

In het RD van woensdag heeft dr. P. de Vries nog gewezen op de gevaren van een zogenaamd overwinningsleven. Ik ben mijn collega daar zeer erkentelijk voor, want het gaat hier om een wezenlijke afwijking van de Reformatie, die als een sluipende en slopende ziekte onze gereformeerde gezindte ernstig bedreigt van binnen uit.

Ik hoop van harte dat broeder Van der Weijden dit niet bedoelde, want dan zijn we nog veel verder van huis. En daarvoor is de gereformeerde gezindte mij te lief.

De auteur is hervormd emeritus predikant.

Zie ook: het artikel van Teun van der Weijden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer