Rode Kruis waarschuwt voor catastrofe op Sri Lanka
Medewerkers van het Rode Kruis zijn getuige van een „onvoorstelbare humanitaire catastrofe" in de oorlogszone in het noorden van Sri Lanka, waar het leger en Tamilrebellen een verbeten strijd uitvechten ten koste van de burgerbevolking. Dat heeft de hulporganisatie woensdagavond laten weten.
Het Rode Kruis probeert al drie dagen met een veerboot voedselhulp te leveren en gewonden op te pikken, maar door het geweld heeft het schip nog niet kunnen aanleggen. Duizenden burgers blijven daardoor verstoken van hulp. „Geen enkele organisatie kan ze onder deze omstandigheden helpen. Ze zijn volledig op zichzelf aangewezen", zei Pierre Krahenbuhl, hoofd operaties van het Rode Kruis in Genève.Het Rode Kruis wil een bestand om burgers te kunnen voorzien van voedsel en noodhulp, maar daar geven het leger en de rebellen vooralsnog geen gehoor aan. De Srilankaanse regering zegt dat 20.000 burgers vastzitten in het laatste bolwerk van de Tamil Tijgers dat omsingeld is door het leger. De Verenigde Naties gaan uit van 50.000 burgers, die nauwelijks nog voedsel, water en medicijnen hebben.
Circa tweeduizend burgers hebben woensdag de oorlogszone weten te ontvluchten. Onder vuur van de Tamilrebellen waadden ze door een lagune naar gebied dat in handen is van het regeringsleger. Volgens een militaire woordvoerder zijn vier vluchtelingen doodgeschoten door de rebellen.
Artsen en verpleegkundigen hebben het enige nog functionerende ziekenhuis in de oorlogszone verlaten vanwege de beschietingen, meldden ooggetuigen. Vierhonderd gewonde patiënten zouden in het hospitaal zijn achtergebleven. Het is niet duidelijk wie het hospitaal heeft beschoten. Het leger en de Tamil Tijgers geven elkaar de schuld.