„Zeespiegel stijgt ‘slechts’ 3,3 meter”
De zeespiegel stijgt gemiddeld 3,3 meter in plaats van 5 tot 6 meter wanneer de West-Antarctische ijsvlakte in zee stort. Dat concluderen onderzoekers van de Universiteit van Bristol en de TU Delft vrijdag in het omslagartikel van het wetenschappelijke tijdschrift Science.
Klik hier voor het live interview met dr. Bert Vermeersen van de TU DelftRegionaal treden grote verschillen op. „Bij Europa rijst de zeespiegel met het gemiddelde van 3,3 meter, maar aan de kusten van de VS tot 25 procent meer”, betoogt onderzoeker dr. Riccardo Riva van de TU.
Dat komt onder meer door een verandering in de regionale zwaartekracht, aldus onderzoeker dr. Bert Vermeersen van de TU. „Het in zee storten van het landijs leidt rond Antarctica tot een daling van de zeespiegel door het wegvallen van de zwaartekracht van het afgesmolten ijs. Op andere plekken op aarde leidt dit fenomeen juist tot een extra stijging van de zeespiegel.”
Ook krijgt de rotatie-as van de aarde een iets andere stand door de licht gewijzigde massaverdeling op aarde na het afschuiven van het Zuidpoolijs, stelt Vermeersen.
„Tot nu toe werd vaak aangenomen dat een mogelijke zeespiegelstijging overal ter wereld even groot zou zijn. Dat is echter onjuist. Dit was overigens al in de 19e eeuw bekend, maar vreemd genoeg was deze kennis wat weggezakt”, verklaart de onderzoeker van de TU.
Wetenschappers houden al enige tijd rekening met een mogelijke ineenstorting van een deel van het landijs op de Zuidpool onder invloed van klimaatveranderingen.
Er zijn aanwijzingen dat er versneld ijsverlies plaatsheeft vanuit de West-Antarctische ijsvlakte. Er is echter geen zekerheid dat deze geheel in zee zal storten. Bovendien duurt een mogelijke ineenstorting naar verwachting eeuwenlang. Zeker is wel dat een dergelijke ontwikkeling zou leiden tot een flinke zeespiegelstijging.
Al meer dan dertig jaar namen wetenschappers aan dat de zeespiegel met 5 tot 6 meter zou stijgen. Het Brits-Nederlandse onderzoeksteam komt nu echter tot een veel minder grote gemiddelde zeespiegelstijging van 3,3 meter. Dit komt onder andere omdat de ijsvlakte veel minder ijs bevat dan voorheen werd aangenomen. Dit hebben de onderzoekers vooral afgeleid uit nieuwe, nauwkeuriger satellietmetingen met radar en laser. Deze satellieten meten de dikte van de ijslaag of kleine variaties in de zwaartekracht. Met die informatie bepaalden de wetenschappers de hoeveelheid ijs die zich boven het zeespiegelniveau bevindt.
Met slimme computerprogramma’s hebben de Delftenaren de combinatie van de verschillende effecten nauwkeurig in kaart gebracht.