Daarom heeft hij maandag extra overleg met de provincies, die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de jeugdzorg, ingelast. Uit cijfers die de bewindspersoon donderdag naar de Tweede Kamer stuurde, blijkt dat tussen januari en april het aantal jongeren dat langer dan negen weken wacht op hulp met ruim zeshonderd is afgenomen tot een kleine 4900. Hieronder vallen ook jongeren die in de tussentijd een andere vorm van hulp krijgen.Maar het tempo van de daling lijkt niet hoog genoeg om aan het eind van het jaar op nul te staan, zoals Rouvoet met de provincies heeft afgesproken. Het kabinet heeft hier 100 miljoen euro voor uitgetrokken en de provincies steken er ook tientallen miljoenen in. Dinsdag overlegt de minister met de Tweede Kamer over de jeugdzorg.