„Het roer om voor passend onderwijs”
Ten opzichte van omringende landen loopt Nederland achter met de invoering van passend onderwijs. Om reformatorische scholen goed voor te bereiden op deze vorm van maatwerk in het onderwijs, moet het roer om.
Dat zei P. de Vries, managing consultant bij adviesorganisatie CPS, gistermiddag in Amersfoort op een conferentie over passend onderwijs van reformatorische scholen in de regio Ede. Medio 2011 moet de wetgeving gereed zijn waardoor leerlingen die extra zorg nodig hebben niet meer tussen wal en schip vallen, maar een passend onderwijsaanbod krijgen.Hoewel Nederland zich in diverse internationale verdragen verplicht heeft het speciaal onderwijs af te schaffen, komt het er nog niet van, zegt De Vries. Canadees onderzoek toont volgens hem aan dat scholen die meer leerlingen met extra zorgbehoefte opnemen op allerlei fronten beter scoren. „De leerlingen zijn gezonder, worden minder gepest, hebben meer zin om naar school te gaan, presteren beter en krijgen vaker een diploma.”
De Vries benadrukte dat passend onderwijs niet zozeer te maken heeft met „idealisme, maar met een heel diep besef dat iedere leerling recht heeft op gelijke kansen. Dat heeft alles te maken met identiteit. Je mag niet discrimineren door een leerling uit z’n omgeving te halen.”
Als leerlingen toch niet in het regulier onderwijs passen, is tijdelijke opvang buiten de groep alleen een oplossing als dat zo vroeg mogelijk, zo dichtbij mogelijk en zo flexibel mogelijk gebeurt en zo kort mogelijk duurt, stelt De Vries.
G. R. van Leeuwen, projectleider van de stuurgroep die passend onderwijs op reformatorische scholen gaat implementeren, kan zich goed vinden in deze randvoorwaarden. Toch vindt hij dat het reformatorisch onderwijs niet zo ver moet gaan dat elke school alle zorgleerlingen moet toelaten. „We moeten wel een goed netwerk van scholen maken voor passend onderwijs, zodat we de zorgplicht voor deze leerlingen kunnen opvangen. De zorgvraag van het kind moet centraal staan en de middelen moeten het kind volgen.”