Heilige plaatsen nog niet van Vaticaan
Een gebaar van goede wil, zou de Israëlische president Shimon Peres het onlangs hebben genoemd om de soevereiniteit over een aantal zogenoemde heilige plaatsen in het land over te dragen aan de Rooms-Katholieke Kerk. Maar de overdracht is nog geen gelopen race.
Peres zou er bij de Israëlische regering op aangedrongen hebben de soevereiniteit over deze plaatsen over te dragen in het kader van het bezoek van paus Benedictus XVI deze week, zo berichtten Israëlische media.De overdracht zou betrekking hebben op onder andere de Basiliek van de Aankondiging in Nazareth, de Zaal van het Laatste Avondmaal en Gethsemané in Jeruzalem, de berg Tabor en de Kerk van de Broodvermenigvuldiging bij het Meer van Galilea. Op het ogenblik geniet het Vaticaan daar zelfbestuur. De staat Israël bemoeit zich normaliter niet met de gang van zaken, maar behoudt wel soevereiniteit.
Een woordvoerster van Peres heeft inmiddels laten weten dat de woorden van de Israëlische president uit hun verband zijn gelicht. Israël heeft het Vaticaan volgens haar beloofd geen land te confisqueren rondom zes christelijke plaatsen voor bijvoorbeeld wegverbreding. De pauselijke afgezant in Israël, aartsbisschop Antonio Franco, bevestigde dat. Franco vulde aan dat Israël en het Vaticaan nog steeds aan het onderhandelen zijn.
In 1993 hebben beide partijen een akkoord gesloten, maar de onderhandelingen over de bepalingen zijn nog steeds aan de gang. Peres vroeg wel aan de ministers het overleg te versnellen.
De geschillen hebben betrekking op zaken als onroerend goed, belastingen en visa.
Stap voorwaarts
Maar de ultraorthodoxe Shaspartij, die deel uitmaakt van de coalitie van Likudpremier Benjamin Netanyahu, bleef deze week geloven dat het Vaticaan de baas wil worden op een aantal heilige plaatsen. Een bron van Shas zei tegenover nieuwswebsite Ynet dat minister Eli Yishai van Binnenlandse Zaken het bezoek van de paus boycotte om te protesteren tegen de eis van het Vaticaan om soevereiniteit te krijgen. Shas zou ook uit de buurt van de kerkleider blijven omdat deze tot de Hitlerjugend had behoord en omdat de partij de gevoelens van Holocaustoverlevenden zou willen respecteren.
De directeur van de Oecumenische Theologische Research Fraterniteit in Israël, dr. Petra Heldt, noemt een mogelijke overdracht „een zeer belangrijke stap voorwaarts”, zelfs al zou het maar een enkele plaats betreffen. Geen enkele heilige plaats staat nu onder christelijke soevereiniteit.
Moslims bijvoorbeeld zijn in het bezit van de sleutel van de Heilige Grafkerk in Jeruzalem. Zij moeten de deur dicht of open doen. Als Israël soevereiniteit uit handen geeft, kunnen christenen volgens de Duitse theologe aan de moslims vragen hetzelfde te doen. De hele kwestie van de ondergeschikte status van christenen tegenover de islam als dhimmi’s „zou sterk worden bekritiseerd of in de schijnwerpers komen te staan.”
Christenen hebben zich nu ook te houden aan de status-quo van 1852, die hun door de Turken is opgelegd. Dat brengt een scala van regels mee, op het gebied van liturgie, gebedstijden en het aantal personen dat een dienst mag volgen. „De status-quo is verstikkend”, aldus Heldt. „Kerken kunnen zich zo niet ontwikkelen.”