Roc-leerling maakt zich nog niet al te druk
Dat hun pogingen om een baan te vinden nauwlettend gevolgd worden, vinden ze wel oké. Maar ga het niet verplichten, zeggen mbo-eindexamenleerlingen van roc Aventus in Apeldoorn. „Daar krijg ik echt de kriebels van.”
Bang om niet aan de bak te komen? Mbo-leerlingen op het Aventus hoeven niet ver om daar wat aan te doen. Op de tweede verdieping van de nog maar pas gebouwde onderwijsinstelling in hartje Apeldoorn zit een heus filiaal van uitzendbureau Tempo Team. Het kantoor wordt grotendeels gerund door leerlingen die stage lopen, terwijl ze andere leerlingen aan een baan proberen te helpen.„Het mes snijdt aan twee kanten”, zegt Jacoline Grünbauer, docent secretariële opleidingen. „We zien dat het simpelweg krapper wordt voor mbo’ers op de arbeidsmarkt. Door dit soort initiatieven kunnen we daar wat aan doen, terwijl het bemannen van zo’n filiaal ook prima in onze eigen opleidingen past.”
Maar eerlijk is eerlijk: de meeste leerlingen maken zich nog niet erg druk over hun arbeidsperspectief. Ook niet als ze de deur van de school bijna voorgoed dichtttrekken.
Margreet Huizing (20) uit Vaassen moet nog drie weken, „en dan kom ik hier hopelijk alleen nog om mijn diploma op te halen.” Maar gesolliciteerd heeft ze nog nergens. „Ik ben het wel van plan geweest, maar het is steeds te druk voor school.”
Margreet is eindexamenleerling van de opleiding directiesecretaresse, net als haar klasgenoten Claudia Koorevaar (20) uit Warnsveld en Marette Tilkema (20) uit Apeldoorn.
Marette gaat straks doorleren op het hbo, een traject waar jaarlijks heel wat mbo’ers voor kiezen. Dat juist deze studenten het minst vaak slagen, zoals gisteren bleek, deert haar niet. „Ik ga er helemaal voor. En als het toch niks wordt, kan ik altijd nog op mijn mbo-opleiding terugvallen.”
De meiden zouden er geen problemen mee hebben om na hun afstuderen gevolgd te worden door de school, zeggen ze alledrie. Claudia: „Ik denk dat het heel handig is om een beetje extra in de gaten gehouden te worden. Mijn moeder is nu aan het solliciteren, zij heeft daar een cursus voor gevolgd. Dat is voor ons niet nodig.”
Bovendien zit er op deze manier wat druk op de ketel, vult Marette aan. „Dan bel je er eerder nog eens achteraan als je niets hoort na een sollicitatie.” Of ze dat zelf nodig heeft? Ze schiet in de lach. „Dat niet, maar anderen misschien wel.”
Dat ze straks verplícht in de gaten gehouden worden, vinden de drie een ander verhaal. Margreet: „Daar krijg ik de kriebels van. Als je het niet wilt, schiet het toch niet op. Het vinden van een baan is en blijft je eigen verantwoordelijkheid.” Docente Grünbauer: „Bovendien, als je in het traject van een uitkering komt, word je ook al gevolgd.”
En ach, het ligt er maar net aan hoe hard het nodig is om een baan te hebben, vinden de leerlingen. „Ik ben getrouwd en mijn man werkt al”, zegt Margreet. „Van zijn salaris kunnen we nu ook rondkomen, dus heel veel haast heeft die baan niet.”
Claudia, die nog een halfjaar studie voor de boeg heeft, denkt er net zo over. „Ik woon nu nog bij mijn ouders. Die zeggen: Als je straks werk hebt, moet je wel huur gaan betalen.” Toch gaat ze straks naarstig op zoek naar een baan. „Want ik wil over een tijd naar mijn vriend in Engeland. Als ik dan geen ervaring heb in Nederland, wordt het daar helemaal lastig om een baan te vinden.”