UWV vindt de huidige wet te ingewikkeld, zo blijkt uit een advies aan minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De huidige Werkloosheidswet dateert uit 1987. Onderdeel van deze wet is dat de hoogte van een WW-uitkering wordt bepaald op basis van het aantal uren dat iemand heeft gewerkt. Volgens UWV zou het veel overzichtelijker zijn als het inkomen dat iemand heeft genoten als richtsnoer zou worden gebruikt.

Een woordvoerster van UWV noemt de huidige Werkloosheidwet te ingewikkeld. In de praktijk is gebleken dat veel extra regelgeving nodig was om de wet tot uitvoering te kunnen brengen. „Voor zowel werkgevers als werknemers brengt de huidige wet een hoop rompslomp met zich mee”, zo zegt ze. UWV pleit er daarom voor de hele Werkloosheidwet te veranderen. Het advies staat in het rapport ”Deregulering”, dat onlangs aan minister De Geus werd aangeboden. De inhoud werd zaterdag openbaar gemaakt.

UWV vindt verder dat onderdelen van de Wet op de arbeidsongeschiktheid (WAO) zouden moeten veranderen. Nu is het bijvoorbeeld zo dat WAO’ers zich elke vijf jaar moeten laten herkeuren. Volgens de uitkeringsinstantie is dat lang niet altijd nodig. In andere gevallen kan het zinvol om iemand juist eerder te laten komen als de indruk bestaat dat de WAO’er weer (gedeeltelijk) aan het werk kan.

Een ander punt is dat mensen die bezwaar indienen tegen een besluit van UWV hun ongenoegen mondeling moeten komen toelichten. Vaak vinden ze dat niet prettig en volgens de woordvoerster van UWV heeft zo’n gesprek ook lang niet altijd zin. „Maar als mensen zelf aangeven dat ze een bezwaar willen toelichten, dan kan dat altijd.”