Leerachterstanden op scholen onnodig
DEN HAAG (ANP) – Leerachterstanden bij scholieren zijn vaak niet nodig. Scholen zien weliswaar problemen bij leerlingen steeds beter, maar ze geven die jongeren vervolgens niet altijd de hulp die ze nodig hebben om het beter te doen.
Dat concludeert de Inspectie van het Onderwijs in haar halfjaarlijks onderwijsverslag dat dinsdag in Den Haag werd gepresenteerd. De inspectie stelt dat ten minste 300.000 leerlingen om speciale aandacht vragen. Het gaat om 10 procent van de leerlingen in het basisonderwijs en 17 procent van de scholieren in het voortgezet onderwijs.„Het lukt scholen steeds beter om problemen van leerlingen te signaleren, bijvoorbeeld door het gebruik van leerlingenvolgsystemen. Dit leidt echter niet altijd tot effectieve acties", constateert de inspectie in haar rapport. „De helft van de basisscholen en scholen voor het voortgezet onderwijs stemt de lessen onvoldoende af op het niveau van haar leerlingen".
Basisscholen en scholen voor het voortgezet onderwijs zouden geen zogeheten handelingsplannen maken voor de scholieren die dus die extra aandacht nodig hebben. Zeker 40 procent van de leerlingen die met rekenproblemen kampen, zegt geen extra hulp van de school te hebben gekregen. Dat moet beter, vindt de inspectie.
Als er dan al extra aandacht en zorg is voor leerlingen, kunnen scholen niet goed aangeven wat de effecten ervan zijn. „Twee derde van de basisscholen kan niet goed aantonen hoe leerlingen met een aangepast programma zich ontwikkelen". Hetzelfde speelt voor scholieren in het voortgezet onderwijs, het mbo en het speciaal onderwijs.
De oorzaak van het gebrek aan zorg voor leerlingen die het nodig hebben, ligt volgens de inspectie onder meer in het feit dat meer leerlingen te vroeg het onderwijs verlaten. „Betere zorg zou dan ook kunnen bijdragen aan het terugdringen van het voortijdig schoolverlaten".