EU overweegt diplomatiek initiatief inzake Irak
De Europese Unie overweegt een diplomatiek initiatief om een aanval van de Verenigde Staten op Irak te voorkomen. Griekenland, dat sinds 1 januari het roterende voorzitterschap van de EU bekleedt, zal namens de Unie in februari een missie naar enkele Arabische landen en Israël ondernemen om te proberen een diplomatieke oplossing voor het conflict met Irak te vinden.
„Wij moeten alles doen wat wij kunnen om een vreedzame oplossing te vinden”, zei de Griekse premier Kostas Simitis, die de vijftien EU-landen op één lijn wil proberen te krijgen. Dat zal moeilijk genoeg worden, aangezien Groot-Brittannië de harde opstelling steunt van de Verenigde Staten, waar de voorbereidingen op een oorlog in vol tempo doorgaan.
De Griekse minister van Buitenlandse Zaken George Papandreou zei donderdag dat een oorlog tegen Irak nog allerminst vaststaat, ondanks de voortdurende Amerikaanse en Britse troepenopbouw in het Golfgebied. „Het volledig uitvoeren van de resoluties van de Verenigde Naties door Irak moet een garantie zijn dat er geen oorlog komt”, aldus Papandreou, die daarmee een zelfstandig optreden van de VS tegen Irak leek af te wijzen.
Simitis zei dat er „een verder proces” is na 27 januari, wanneer de VN-wapeninspecteurs een eerste formele rapportage over hun bevindingen in Irak moeten doen aan de VN-Veiligheidsraad. Amerikaanse functionarissen hebben aangegeven dat president George W. Bush kort daarna zal beslissen over een eventuele militaire actie tegen Irak.
Simitis zei te willen bewerkstelligen dat de vijftien EU-landen het erover eens worden dat er nog een resolutie moet komen om Saddam Hussein een laatste kans te geven voordat er vijandelijkheden uitbreken. De Griekse premier zei te hebben gesproken met de Britse premier Tony Blair, de Franse president Jacques Chirac, de Duitse bondskanselier Gerhard Schröder en de Spaanse premier José Maria Aznar, wier landen alle vier deel uitmaken van de Veiligheidsraad. Simitis voegde eraan toe dat de welwillendheid van alle leden van de raad vereist is om de Irak-crisis te bezweren, met name van de Verenigde Staten.
Javier Solana, de coördinator van het buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU, heeft in een interview met het Franse dagblad Le Monde gezegd niet in te zien hoe een oorlog kan worden begonnen zonder „bewijs dat hard genoeg is bevonden door de Veiligheidsraad.” De Franse premier Jean-Pierre Raffarin zei dat Frankrijk tegen een oorlog gekant blijft. „Oorlog is wat er overblijft als al het andere is geprobeerd”, zei hij. Bondskanselier Schröder zei dat zijn regering blijft voor een vreedzame tenuitvoerlegging van de resolutie die de ontwapening van Irak moet bewerkstelligen. Als dat niet lukt, laat Schröder in het midden of Duitsland in de Veiligheidsraad tegen een militaire actie zal stemmen, maar in geen geval zal Duitsland aan zo’n actie deelnemen.
De Britse premier Tony Blair liet weten dat de wapeninspecteurs van de VN in Irak „tijd en ruimte” moeten krijgen om hun werk te doen en dat 27 januari wat hem betreft geen deadline is, maar dat Groot-Brittannië en de Verenigde Staten één lijn trekken ten aanzien van de ontwapening van Saddam: Ofwel ontwapent Saddam zichzelf ofwel hij wordt ontwapend. Zijn minister van Buitenlandse Zaken Jack Straw droeg die boodschap ook uit in Maleisië, een moslimland dat een belangrijke bondgenoot is in de Amerikaanse strijd tegen terreur en zich grote zorgen maakt over de gevolgen van een eventuele oorlog in Irak. Straw zei ook dat Groot-Brittannië van mening is dat de Veiligheidsraad zich moet uitspreken „als wij vinden dat er weer een wezenlijke schending is door Irak.”