Middeleeuws kasteel doet Nederlandse havens aan
Zachtjes wiegt het kasteel heen en weer. Op de kantelen staan ridders in harnas. Een groot zwart paard briest. De smalle houten loopplank nodigt naar binnen. Daar ruikt het naar paarden, hout en de middeleeuwen. Museumschip Vlotburg doorkruist het hele land.
Er klinkt gestommel. Eigenaar Lenny Vries ziet eruit alsof hij zo uit de middeleeuwen komt gelopen. Een leren punthoedje met een veer, een bruin sweatshirt samengebonden met een touwtje, een strakke donkerbruine broek en leren laarzen. „Ik zal u rondleiden”, zegt hij met een buitenlands accent.Poppen van papier-maché zitten aan een tafel waarop kroezen en kruiken staan. Aan de wand hangen huiden en opgezette beesten.
Achter de rug van de tafeldame staat een regenton waarop twee ratten zitten. „Bijna alles maakte ik zelf”, zegt Vries. „Ik naaide de kleding en maakte de meubels en poppen. Zelfs de lampen.” Hij wijst naar de lampjes van conservenblikken.
„Dit is mijn jongensdroom. Ik ben altijd al geïnteresseerd geweest in de middeleeuwen en verdiepte me erin. Deze kennis wil ik graag aan andere doorgeven. Doordat het museum op een boot gebouwd is, bereiken we veel mensen, want we komen steeds weer in andere plaatsen. Het museum breidt nog steeds uit, want steeds bedenk ik weer nieuwe dingen.”
Paardenhaar
Huisvlijt. Daarover vertelt het volgende vertrek. Een vrouw zit gebogen over een spinnenwiel. Op de grond staan bakken met wol en paardenhaar. „Dat haar is van de paarden die op het bovendek staan”, legt Vries uit. „Ik verzamel het om er voeringen voor gevechtsjassen van te maken. Zo deden ze dat vroeger ook. Paardenhaar is heel stug. Het beschermt tegen messteken.”
Bij elk voorwerp weet de ridder een verhaal te vertellen. In elk vertrek hangen briefjes met informatie in het Nederlands, Duits, Engels en Frans. Voor de kinderen hangt er een opdrachtbriefje. Ze kunnen een schatzoekspel doen.
Een trap leidt naar de herberg. Er klinkt volksmuziek. „Dit is de gezelligste plek van het museum”, lacht Vries. Aan de tafel zitten wat mannen achter grote bakken met walnoten. Boven de tafel hangt een groot wagenwiel dat als kroonluchter moet dienen. Een opgezette zwijnenkop grijnst de bezoekers toe.
Urine
Om de hoek is de leerlooier aan het werk. Een dierenhuid hangt in een groot vat. „Het belangrijkste onderdeel voor het maken van leer is urine”, zegt Lenny. „Urine is zout en zurig. Als je een huid daarin dompelt, wordt deze zacht en kun je de haren er makkelijk af halen.”
De martelkamer straalt niet veel gezelligheid uit. Vries maakte diverse martelwerktuigen na. Als hij erbij vertelt, komt de geschiedenis tot leven. „In de jaren 1400 tot 1500 werden deze veel gebruikt om mensen te onderdrukken. Slechte muzikanten kregen bijvoorbeeld deze schand-fluit.” Hij pakt een soort ijzeren trompet. De vingers van de falende muzikant werd tussen een soort bankschroef in de trompet gedraaid.
„Het kwam dikwijls voor dat vrouwen aldoor bekvechtten op de markt. Ze moesten dan in deze halskraag”, zegt Vries. In de grote houten plank zitten twee grote en vier kleine gaten. De hoofden en armen van de vrouwen werden in de halskraag vastgezet. Zo moesten ze samen over straat.
In de wapenkamer van de Vlotburg hangen allerlei soorten wapens en gevechtskleding. Over een kist hangt een maliënkolder, bestaande uit kleine ijzeren ringetjes. „Die weegt twintig kilo”, zegt Vries. „Deze helm is ook zwaar. Moet je voelen.” Hij laat verschillende helmen zien. „Deze was van de boogschutter. Die heeft maar een kleine rand, want anders stootte hij er tegenaan als hij z’n boog moest spannen”, verklaart hij.
Wodan
De laatste bezienswaardigheid is boven op de Vlotburg te zien. Op het dek staan het zwarte paard Wodan en het minipaardje Hercules. „Kom eens, vriendje”, roept Vries het grote beest.
Hij klimt in het zadel en zegt: „Laat je voet eens zien.” Het paard heft zijn grote hoef omhoog. „En nu hoog”, roept Vries. Het paard steigert. „Goed zo, Wodan. Nu heb je wat verdiend, he?” Het paard knikt heftig ja.
Een jongetje staat met open mond te kijken. „Hoe oud ben jij?” vraagt de ruiter. Het jongetje is zes jaar en Wodan moet tellen. Zes keer gaat zijn hoef de lucht in.
Vries: „Ik doe dit allemaal zonder bit. Het gaat om wederzijds respect voor elkaar. Dan gaat het goed.”
Meer informatie: www.vlotburg.nl.