Zwijgen
„Maar Ik zeg u, dat van elk ijdel woord, hetwelk de mensen zullen gesproken hebben…” Mattheüs 12:36
O, dat toch deze woorden met grote letters mochten geschreven staan in de paleizen van de rijken en in alle kantoren van de kooplieden, in alle winkels, ja, in elk mensenhart en elke mensenziel. Maar ach, hoe snel vergeet de wereld deze spreuk: „Gedenk te sterven.”Alsof de Rechter aan hen niets anders zou te oordelen vinden, als ze maar stom blijven in woorden. Gelijk zwijgen zijn tijd heeft, zo heeft spreken ook zijn tijd. Zij zijn, als zij om het misbruik van de tong te mijden het goede gebruik verwerpen, als die luie dienstknecht die zijn talent in de aarde begroef. Echter, ook zulke mensen kunnen zich niet verontschuldigen die met ijdel geklap hun kostbare tijd verkwisten en niet denken aan God, Die al hun woorden hoort en in het laatst van elk ijdel woord rekenschap zal vragen.
Zullen dan de mensen rekenschap moeten afleggen van elk ijdel woord, wat een zware rekening zullen zij dan moeten afleggen die geen gewetenszaak maken van zondige woorden, en zij die de dierbare Naam van God zo lichtvaardig op de tong nemen en hun arme ziel zo dikwijls aan de duivel overgeven.
Coenraad Mel,predikant te Herszfeld
(”Bazuinen der eeuwigheid”, 1731)