Meer slachtoffers spreken bij rechter
Steeds meer slachtoffers maken gebruik van de mogelijkheid om in de rechtbank in Den Haag hun verhaal kwijt te kunnen. Vorig jaar deden 630 mensen dat, tegen 524 in 2007.
Dat blijkt uit het woensdag gepubliceerde jaarverslag 2008 van het Slachtoffer Informatie Punt (SIP) Den Haag. Het SIP liet weten dat het aantal mensen dat spontaan tijdens de zitting gebruikmaakt van het spreekrecht, niet is meegeteld.In 2004 werd de Schriftelijke Slachtofferverklaring (SSV) geïntroduceerd. Een jaar later kwam daar het wettelijke recht van slachtoffers bij om op de zitting te spreken. In 2005 maakten nog slechts 158 mensen gebruik van de SSV.
Het SIP werd eind 2005 opgericht door het Haagse openbaar ministerie. In het SIP zijn onder meer Slachtofferhulp Nederland en de politieregio’s Haaglanden en Hollands-Midden vertegenwoordigd. Het SIP voorkomt dat slachtoffers bij verschillende organisaties steeds weer hetzelfde verhaal moeten doen.
De organisatie helpt slachtoffers van misdrijven en ernstige verkeersongevallen en nabestaanden zo veel mogelijk hun recht te halen. Zo beantwoordt SIP vragen over de strafzaak, de procedures en de formulieren waar het slachtoffer mee te maken krijgt. „Wij stimuleren slachtoffers uit de passieve rol te komen”, aldus voorzitter Roland Knobbout. Hij liet woensdag weten dat het Haagse SIP inmiddels als voorbeeld dient voor de arrondissementen Amsterdam, Utrecht en Rotterdam. Die hebben plannen het idee op te volgen.
Een nieuwe servicebalie bij de ingang van het Haagse Paleis van Justitie is een van de initiatieven voor 2009. „Dan kunnen de mensen direct bij binnenkomst worden opgevangen. Bovendien krijgen ze eigen spreek- en wachtkamers”, aldus Knobbout. Deze ruimtes moeten ervoor zorgen dat slachtoffers van misdrijven de verdachte(n) niet tegenkomen.
Verder krijgt de benadeelde een vaste plek in de rechtszaal. „Een slachtoffer moet nu vaak een plekje zoeken en zit er dan verloren bij”, legt Knobbout uit. „Wij willen het slachtoffer uit zijn slachtofferrol halen.”