Onvoorspelbaar
De uitslag van de verkiezingen is ditmaal volstrekt onvoorspelbaar. Dat bewijzen de opiniepeilingen wel. Afgedacht van het feit dat de uitkomst van de ene peiling nogal afwijkt van de andere, gaan ze ook voortdurend op en neer.
De SP, die een paar weken geleden als een komeet omhoogschoot, schijnt nu weer over haar hoogtepunt heen te zijn. Thans is de PvdA in opmars. Volgens de peilingen van Maurice de Hond staat die partij nu op 38 zetels, vijftien meer dan ze er nu heeft en maar twee minder dan het CDA. In de NIPO-peiling zitten er altijd nog elf zetels tussen CDA en PvdA, maar ook daar zijn de socialisten bezig met hun opmars.
Dat succes heeft de PvdA vooral te danken aan haar nieuwe lijsttrekker. Bos is jong en in de ogen van de kiezer niet belast met het paarse verleden. In de lijsttrekkersdebatten scoort hij goed. Beter in ieder geval dan Zalm.
Bij de laatste verkiezingen werd de PvdA zowat gehalveerd. Nu zat in het oude zeteltal ook de zogenaamde premierbonus verwerkt: de stemmen die Kok als premier aanleverde. Maar met 15 procent van de stemmen en 23 kamerzetels kwam de PvdA wel abnormaal laag terecht. Ook al is de ”natuurlijke” achterban van deze partij (geseculariseerde arbeiders en employés) aan slijtage onderhevig, toch was het verlies van mei vorig jaar wel erg fors. Het kon haast niet slechter.
Tegenover de huidige opbloei van de PvdA staat de stagnatie van de VVD. Die verloor in mei wel niet zoveel als de PvdA, maar ze had het idee dat zij gemakkelijk kon profiteren van de ruk naar rechts. Weliswaar hadden die kiezers nu op Fortuyn gestemd, maar de volgende keer zouden zij vanzelf weer bij de VVD terechtkomen, als eenmaal duidelijk was geworden dat de volgelingen van de Fortuyn niets klaarmaakten.
Na de kabinetscrisis in september leek een voortzetting van de coalitie van CDA en VVD waarschijnlijk. In de loop van de campagne is echter de afstand tussen CDA en VVD gegroeid. Bovendien lieten de peilingen als spoedig zien dat een coalitie tussen die twee partijen niet op een werkbare meerderheid kon rekenen.
Zeker nu de PvdA in opmars is, komt een coalitie van CDA en PvdA eerder in beeld. Zelfs wordt er gespeculeerd over de socialistische kandidaat-premier, voor het geval de PvdA de grootste partij wordt. Bos heeft immers aangekondigd dat hij fractievoorzitter wil blijven.
De voorkeur van het CDA ligt duidelijk bij de VVD, zo heeft Balkenende donderdag nog verklaard. Met name het financieel beleid van de socialisten vindt hij beneden de maat. Maar als een CDA/VVD-coalitie geen meerderheid krijgt en een CDA/PvdA-coalitie wel, dan is dat voor Balkenende geen onoverkomelijk probleem.
In het verleden kon het CDA (en voordien de KVP) ook altijd twee kanten uit. Soms leidde de vraag of er met links of met rechts geregeerd moest worden, in eigen kring tot grote verdeeldheid. Voorlopig is daar bij de christen-democraten nog geen sprake van. Ze zijn maar wat blij dat zij in ieder geval weer mee mogen doen en dat zelfs vanuit een centrale positie.
Hoewel de PvdA niet meer de radicale maatschappijhervormende partij is uit de tijd van Den Uyl, is er altijd nog wel reden om de voorkeur te geven aan de VVD als coalitiepartner. Zowel als het gaat om de overheidsfinanciën als om politie en justitie, heb je toch meer aan de liberalen. Opmerkelijk is wel dat de VVD de laatste tijd vijandiger geworden is ten aanzien van het christelijk onderwijs. En als het erom gaat de zondag te beschermen tegenover de druk van de economie kun je beter bij de PvdA terecht.
Alles bij elkaar maakt het dus niet zo heel veel uit en het is begrijpelijk dat Balkenende naar beide kanten de deur open wil houden. Dat levert hem het verwijt op van onduidelijkheid. Dat is dan niet anders.