Amsterdam herdenkt slachtoffers oorlog
Even zal de stad stil zijn. Om 20.00 uur vanavond herdenken duizenden mensen twee minuten lang de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog.
Burgemeester Cohen van Amsterdam heeft voor maandagmiddag en -avond een noodverordening afgekondigd voor het gebied rond de Dam. Dit houdt in dat de politie er extra bevoegdheden heeft en dat er extra regels gelden. Hiermee wil Cohen de veiligheid waarborgen van de leden van het Koninklijk Huis en van andere aanwezigen tijdens de Dodenherdenking.De noodverordening houdt onder meer in dat de politie personen mag fouilleren als zij daar aanleiding toe ziet. Ook mag zij mensen bevelen uit het gebied te vertrekken en spullen in beslag nemen waarmee de openbare orde kan worden verstoord.
Het is verder verboden om op of aan de Dam op bouwwerken te klimmen, zoals tramhaltes of steigers. Deze regels gelden tussen 16.00 uur en 21.00 uur.
Tussen half acht en negen uur maandagavond is het bovendien verboden om op balkons of daken te staan, die direct uitzicht hebben op de Dam. Ramen waarvoor datzelfde geldt, moeten gesloten blijven.
Herdenkingsbijeenkomst
Voorafgaand aan de kranslegging bij het monument op de Dam had vanavond in de Nieuwe Kerk een herdenkingsbijeenkomst plaats, die werd bijgewoond door koningin Beatrix, prins Willem-Alexander en prinses Máxima. Premier Balkenende, minister Van Middelkoop en andere bewindslieden vertegenwoordigden het kabinet.
De bijeenkomst werd ingeleid door orgelspel van Bernard Winsemius. Hanne Nikkels van het Nationaal Jeugdkoor verzorgde de voordracht ”Deze bijeenkomst”, met tekst van Huub Oosterhuis.
Cabaretier Wim de Bie hield de jaarlijkse 4 mei-voordracht. „Uit de geschiedenis worden geen lessen getrokken”, zei hij in zijn toespraak ”Raketten en onschuldige burgers”.
„Net als in voorgaande jaren zal ik in de twee minuten stilte aan mijn ouders denken, hoewel ze toen niet zijn omgekomen. Toch overdenk ik op 4 mei hoe zij de oorlog doorstonden, twee dertigers met een kind.
Mijn vader was een Haagse gemeenteambtenaar, mijn moeder huisvrouw en ze probeerden het hun kind aan niets te laten ontbreken. Dat lukte de eerste jaren redelijk wel. De grootste oorlogsramp ging onze deur voorbij: we behoorden niet tot de meer dan honderdduizend onschuldige burgers die op last van de toenmalige overheid van huis zijn gehaald, weggevoerd en vermoord. Maar in de laatste oorlogswinter werd de toestand nijpend: voedsel en brandstof werden niet meer naar het Westen van het land getransporteerd. Drie en een half miljoen onschuldige burgers leden honger, vooral in de grote steden. Ik was vijf jaar, bijna zes. Ik heb de oorlog meegemaakt. Niet bewust, maar ik bewaar wel degelijk oorlogsbeelden in mijn hoofd.”
De Bie vertoonde enkele fragmenten uit een film die hij in 1981 vervaardigde over zijn kleuterherinneringen aan de Tweede Wereldoorlog: vliegtuigen die overkomen als hij in de tuin aan het spelen is, en die bommen laten vallen. De Bie ging gauw naar binnen. Daar lag een stukje suikerbiet op het aanrecht; het was immers hongerwinter. Vallende bommen, dat betekende: rammelende schuifdeuren.
Vanaf het achterbalkon van het huis was te zien hoe de Duitsers vanuit de bossen V2’s afschoten richting Engeland. V betekende: Vergeltungswaffe. De V1 werd ook vanuit Den Haag afgeschoten, maar dat was eigenlijk een onbemande vliegende bom, een klein vliegtuigje. Maar de V2 was een veertien meter lange raket, de eerste ter wereld.
Die raketten sloegen binnen vijf minuten in en rond Londen te pletter. De kop van de raket bevatte 900 kilo springstof en met één klap werden grote huizenblokken vernietigd. Vanuit Den Haag zijn 1.039 V2-raketten op Engeland afgevuurd; bijna 3.000 Britse burgers kwamen om.
Niet alleen Londen, ook Den Haag raakte in de greep van de angst – 87 lanceringen mislukten. De raket verhief zich dan met veel geknal, maar viel plotseling stil. Alle Hagenaars hielden de adem in. Het stuurloze gevaarte viel terug, beschreef een zigzaggende baan over de stad, waarna hij insloeg op een straat of gebouw. Tientallen onschuldige Haagse burgers vonden daarbij de dood. Ook zij worden vanavond herdacht.
De raketten werden vanaf Haagse straathoeken, pleinen en plantsoenen afgeschoten na een snelle ontruiming van de huizen rondom. De burgers moesten maar maken dat ze wegkwamen. Na lancering van één of twee raketten trok de afvuurploeg zich snel terug in een gecamoufleerde schuilplaats. Zo werd de bestrijding vanuit Engeland een onmogelijke opgave.
Geallieerde vliegtuigen wierpen in en rond Den Haag lukraak bommen af, zonder het lanceren te kunnen stoppen. De rakettenterreur versterkte in Londen de roep om zwaardere bestrijdingsmiddelen. Bij het eerste grotere bombardement op Den Haag werd, met de bevrijding in zicht, een fatale vergissing begaan. Op 3 maart 1945 wierp een geallieerde luchtvloot een bommentapijt af ter vernietiging van raketopslagplaatsen in het Haagse Bos, maar door een navigatiefout werd de wijk Bezuidenhout voluit geraakt en verwoest. Meer dan 500 burgers kwamen om. Ook zij worden herdacht.
De Bie beschreef de gevolgen van het voedselgebrek: „Mijn vader vertoonde de eerste verschijnselen van hongeroedeem, mijn moeder had last van permanente duizelingen. In dat halfjaar kwamen in de Randstad ruim twintigduizend onschuldige burgers om van de honger en de kou. Wij herdenken hen.
Zo heb ik mijn vage, onbewuste beelden scherp gesteld, ze me bewust gemaakt. Helaas leidt dat niet tot een originele conclusie. Het cliché blijkt waar: uit de geschiedenis worden geen lessen getrokken. Raketten en onschuldige burgers – ze zijn sinds de Tweede Wereldoorlog tot op de dag van vandaag onafgebroken in het wereldnieuws gebleven. Gedurende tientallen jaren stonden in het West- en Oostblok angstaanjagende hoeveelheden raketten op elkaars grote steden gericht. En nog altijd worden temidden van onschuldige burgers raketten afgevuurd op onschuldige burgers. Ik weet het, mijn woorden klinken weinig hoopvol. Toch eindig ik met een zin waarin enige hoop doorklinkt. Ik hoop dat kinderen die op dit moment waar ook ter wereld, in huis, hut of tent angstig schuilen bij hun ouders voor naderend oorlogsgeweld – ik hoop dat die kinderen het over zestig jaar kunnen navertellen.”
Muziek
In de Nieuwe Kerk gingen dit jaar twee muzikale composities van de Duits-Hongaars-Franse componist Matthias Kadar in première. Eén daarvan is geschreven op de tekst ”Is dit een mens?” van Primo Levi, die voor de herdenking opnieuw is vertaald.
De muziek werd onder leiding van dirigent Wilma ten Wolde uitgevoerd door het Nationaal Jeugdkoor, samen met tenor Marcel Beekman (1969). Het koor, opgericht in 1996, bestaat uit ruim twintig vrouwen, tussen de 16 en 28 jaar oud.
Na gebed door hoofdkrijgsmachtpredikant ds. P. M. van der Meulen werd het zesde couplet van het Wilhelmus gezongen.
Kranslegging
Na de bijeenkomst in de Nieuwe Kerk volgt de herdenkingsplechtigheid bij het Nationaal Monument op de Dam. Traditiegetrouw leggen koningin Beatrix en kroonprins Willem-Alexander om 19.58 uur de eerste krans. Sergeant-majoor P. van Dinther blaast de taptoe. Daarna volgen om 20.00 uur twee minuten stilte, waarna de aanwezigen het eerste couplet van het Wilhelmus zingen.
Vervolgens draagt de 18-jarige Manon Slob uit Kampen, winnaar van de wedstrijd ”Dichter bij 4 mei”, haar gedicht voor.