Oppassen met uiten van boosheid
Mensen mogen in hun verdriet niet zomaar alles tegen God zeggen, vindt ds. M. A. Kempeneers. „Boosheid en opstand tegen God voeden is on-Bijbels.”
Ds. Kempeneers, predikant van de christelijke gereformeerde kerk te Elburg, reageerde zaterdagavond tijdens een bijeenkomst van de Stichting Reformatorische Bezinningavonden (SRB) in Amersfoort op een vrijdagavond gehouden bezinningsdienst in de Loolaankerk te Apeldoorn. Tijdens die dienst sprak de protestantse predikant ds. R. Visser tegenover God zijn boosheid en vertwijfeling uit over het drama van Koninginnedag. Hij zei toen: „God, dit kunt U toch niet maken, een wereld waarin we bang zijn voor elkaar en voor ons leven?”Ds. Kempeneers haalde ook een kerkganger aan die had gezegd: „Je mag dus boos zijn. Dat is de boodschap.”
Berouw
Op die boodschap is volgens ds. Kempeneers nog wel wat af te dingen. „De predikant in de Loolaankerk voedde de boosheid en de opstand tegen God. Dat is on-Bijbels.”
De Elburgse predikant erkent dat de vragen er wel zijn en dat de Heere die vragen tot op zekere hoogte ook wel toestaat, maar toestaan is iets anders dan stimuleren.
Hij noemde als Bijbels voorbeeld Job, die verkeerde dingen van God zei. God liet hem uitspreken, maar Hij kwam er wel op terug. Daarna zei Job dat hij berouw had en dat hij niet goed van God gesproken had. „Daar moet het naartoe,” zei ds. Kempeneers.
De predikant kan gevoelens van opstand heel goed begrijpen. Hij noemde behalve Job de dichter Asaf, die ook niet kon begrijpen waarom hij het zo moeilijk had. In zijn eigen gemeente komt ds. Kempeneers ook wel mensen tegen die hun boosheid tegenover God uiten. Zolang het binnen grenzen blijft, luistert hij ernaar, zonder commentaar te geven. „Het is immers belangrijk om mensen de ruimte te geven om hun verdriet te uiten.”
De predikant komt er –vaak maanden later– wel op terug. Dan zegt hij: „U hebt toen dat en dat gezegd. Hoe staat u daar nu tegenover?” Er kan dan een gesprek ontstaan, waarin plaats is voor een juist besef van wat tegen God gezegd mag worden, stelde de predikant. „Asaf werd ingeleid in de oorzaak van de ellende en hij had berouw. Bijbels rouwen heeft te maken met berouw. We moeten niet blijven stilstaan bij het verlies, maar we moeten buigen voor God.”
De predikant sprak tijdens de SRB-bijeenkomst ook over rouwverwerking. Volgens ds. Kempeneers is rouwverwerking een „merkwaardig woord.” Rouw mag niet „weggewerkt” worden, maar moet een plaats moet krijgen. Rouwen is volgens hem een moeizame en langzame bewustwording van een ernstig verlies. Bij dat verlies komen heftige emoties zoals verdriet, boosheid, angst, schuld, schaamte en jaloezie tot uiting. Het verdriet geeft tranen in de ziel en pijn in hart en hoofd. De boosheid kan gericht zijn tegen de dokter en de dominee, maar ook tegen God.
Hij vindt het van belang dat mensen hun rouw emotioneel uiten. Rouwen is Bijbels, maar het wordt steeds moeilijker, onder andere door de verstedelijking en de toegenomen individualisering. Het is steeds minder gewoon dat gordijnen gesloten zijn, dat kerkklokken tijdens begrafenissen luiden en dat mensen in de rouw gaan. „Het zijn symptomen van een maatschappij die zich geen raad met de dood.”
De Bijbel is vol met rouwgebruiken, zoals het scheuren van kleren, het aandoen van een juten zak, het strooien van as op het hoofd en vasten. Deze vormen zijn cultureel bepaald, aldus ds. Kempeneers.
Het klaaglied, een belangrijke vorm van het uiting geven aan rouw in de Bijbel, is zo’n emotionele uiting. Een voorbeeld hiervan is het klaaglied van David over Jonathan. Hij noemde ook de klaagvrouwen, die hoorbaar en zichtbaar uiting gaven aan gevoelens van rouw.
Ook Jezus weende aan het graf van Lazarus. „Het kan zowel psychologisch als geestelijk heilzaam zijn om gevoelens onder woorden te brengen en die niet weg te slikken.”
Beoordelen
De christelijke gereformeerde predikant vindt het onjuist om de zwaarte van sterfgevallen te wegen, bijvoorbeeld tussen een kind of een echtgenote. „Elke situatie is anders. Het beoordelen kan extra pijn teweegbrengen.”
Hij gaf het voorbeeld van een jonge vrouw die weduwe werd. Dat was heel erg, maar ze hertrouwde, ontving kinderen en kreeg als het ware een nieuw leven uit de hand van de Heere. „Als een vrouw 75 jaar is en haar man sterft, dan gaat de boom van het huwelijk doormidden en blijft zij doorgaans de rest van haar leven alleen achter. Wie zal zeggen wat het zwaarste is?”