Onwennig rust zoeken in de kerk
De deuren van de Grote Kerk in Apeldoorn staan uitnodigend open. De hervormde gemeente biedt betrokkenen van de tragische gebeurtenissen op Koninginnedag ruimte en rust. „De kerk doet wat ze moet doen.”
Elk uur luiden de klokken. Onwennig stappen bezoekers de drempel over. Bijzonder. Mensen die anders nooit een kerkgebouw vanbinnen zien, zoeken nu de gewijde ruimte op. „Ik denk dat 90 procent normaal gesproken niet in de kerk komt”, fluistert ouderling J. Bos achter in de kerk.De stilte is hoorbaar. Aanwezigen nemen plaats. Stil staren ze voor zich uit. Mijmerend, in gedachten verzonken. Een vrouw slaat haar arm om de schouder van een aanwezige heen. Tranen vloeien.
Voor in de kerk staat een langgerekte tafel, voorzien van een zwart laken. Op negen theebladen branden honderden waxinelichtjes. Middenin staat een houten kruis. Op drie plaatsen kunnen bezoekers hun gevoelens aan het papier toevertrouwen. Midden in de kerk staat een tafel met een stapeltje lege A4’tjes.
Op papier verschijnen gedichten, spreuken, uitroepen, gebeden, wanhoopskreten. ”Waarom” is een terugkerend thema. Pepijn Kamping (19) uit Groningen neemt met drie vrienden plaats in de houten kerkbanken. De eerstejaarsstudent technische bedrijfskunde komt nooit in de kerk. „De gebeurtenissen grijpen me aan. Het is goed om dat in een moment van stilte tot je door te laten dringen.”
Henk Vermaas (41) stapt met twee dochters naar binnen. Hij brengt „uit respect voor de nabestaanden” een bezoekje. „Dat is het enige wat je kunt doen.” Hij vindt het „een zeer goede zaak” dat de kerkdeuren in deze trieste omstandigheden openstaan. „De kerk is toch de plek om je gevoelens te uiten. En hét rustpunt in de samenleving.”
L. Dekker, diaken van de gereformeerde gemeente, neemt ook een kijkje in de kerk. „Prima initiatief”, oordeelt hij. „Goed dat de kerk haar deuren openzet voor de samenleving.” Aan het branden van een kaarsje heeft hij „totaal geen behoefte.”
De Grote Kerk heeft alle kerkenraadsleden opgetrommeld om bezoekers eventueel bijstand te verlenen. „De helft is aanwezig”, wijst Bos. „De andere helft komt vanavond.” Ds. R. Visser, voorganger van de gemeente, is niet bereikbaar. Zijn vrouw verleent in de kerk hand- en spandiensten. „Fantastische actie, hè?”
De kerkelijke gemeente organiseert vrijdagavond al een samenkomst. „Wij willen een bijeenkomst voor het gewone volk”, verklaart de vrouw van de predikant. „In het stadhuis willen ze alleen maar een herdenking met Balkenende en de koningin.”
Mensen blijven gestaag de kerk binnendruppelen. Bos is blij met de vele honderden bezoekers. „De kerk is hiermee zoals de kerk moet zijn. Niet een kerk voor de zondag, maar een kerk midden in de samenleving.” De Grote Kerk maakte deel uit van de festiviteiten op Koninginnedag. „Wij willen meeleven in tijden van vreugde, maar ook in tijden van verdriet.”
Het kaarsjes branden is rooms-katholieke symboliek, erkent de ouderling van de protestantse gemeente. „Laten we het er maar op houden dat we licht willen brengen in de duisternis. Dat vind ik op dit moment even belangrijker dan een strijd over gebruiken en modaliteiten.”
Veel omstanders van de aanslag op Koninginnedag zijn diep geraakt, weet Bos. „Mensen zeggen: Ik weet het even niet meer. Of: Ik wil me even afzonderen.” Een man stond gisterochtend hevig te snikken in de kerk. „We staan klaar met een glaasje water en een goed gesprek. Niet met een preek.”