Kerken halen opnieuw meer geld op
De kerken hebben in 2001 ondanks een verder dalend ledental weer meer geld binnengekregen uit vrijwillige bijdragen, collecten en giften. De 7,65 miljoen leden van de Rooms-Katholieke Kerk, de Samen-op-Wegkerken en drie kleine kerkgenootschappen brachten in totaal ruim 357 miljoen euro bijeen, een stijging van 2 procent ten opzichte van 2000.
Dat maakte de Interkerkelijke Commissie Geldwerving donderdag in Utrecht bekend bij het begin van de jaarlijkse gezamenlijke geldwervingsactie Kerkbalans. Het totaal aantal leden van de deelnemende kerken nam in 2001 met 1,2 procent af. Toch was nog altijd 48 procent van de Nederlanders bij die zeven kerken aangesloten.
De ruim 5 miljoen rooms-katholieken droegen samen bijna 107 miljoen euro aan het kerkenwerk bij, iets minder dan de 659.000 gereformeerden (107,7 miljoen). De gemiddelde bijdrage per lid was bij de gereformeerden dan ook bijna acht keer zo hoog als bij de rooms-katholieken (164 euro tegen 21 euro). De 1,9 miljoen hervormden, die samen met gereformeerden en lutheranen de SoW-kerken vormen, brachten ruim 142 miljoen euro bijeen (74 euro per lid).
Commissielid C. Vroon noemde de kerken „de grootste fondsenwerver met de laagste kosten”. Terwijl de 419 goede doelen die bij het Centraal Bureau Fondsenwerving staan geregistreerd, gemiddeld 14 procent van hun inkomsten besteden aan het verwerven ervan, doen de kerken het met slechts 0,04 procent. Toch hebben die goede doelen veel minder succes met de eigen fondsenwerving. De opbrengst daarvan steeg in 2001 met slechts 0,9 procent. De rest van de stijging van 2,1 procent was toe te schrijven aan inkomsten uit acties door derden en subsidies van de overheid. Dat zijn inkomsten die de kerken ontberen.
Vroon tekende aan dat de stijging van de kerkelijke ledenbijdragen net als in voorgaande jaren achterloopt bij de inflatie (4,5 procent in 2001). Alle goede doelen kampen volgens hem met dat probleem. Ook de vergrijzing is voor kerken en andere goede doelen in gelijke mate een zorg. Toch rekent hij in 2002 met een vergelijkbare stijging van de kerkelijke inkomsten.
Commissievoorzitter D. Bijl kondigde aan dat de commissie de kerkelijke geldwerving professioneler wil gaan aanpakken. Daarbij gaat ze zich vooral richten op de jongere doelgroep (18 tot 30 jaar) die meestal niet structureel aan het kerkenwerk bijdraagt. Ze gaat zich door mensen uit het bedrijfsleven, de kerk, de omroep en de politiek laten voorlichten over de manier waarop ze de jongeren het best kan benaderen.
Door meer marktonderzoek te doen, zullen de kosten van de kerkelijke geldwerving wel wat toenemen, erkende Bijl. Maar Vroon achtte het onwaarschijnlijk dat ze ooit boven de 1 procent zullen uitstijgen.