Hervormden praten over kerkfusie en scheuring
Een boek over de scheuring in hervormde kring, vijf jaar na 1 mei 2004. Dan begeef je je als auteur op spiegelglad ijs. Zes hervormden uit de Protestantse Kerk in Nederland en zes hersteld hervormden doen in ”Helen en delen” hun zegje over de gebeurtenissen rond Samen op Weg. Twee keer zesmaal wordt het eigen gelijk in hoofdletters uitgeschreven.
Adriaan van Belzen, schrijver van ”Helen en delen”, is een auteur die zich met een goed motief gezet heeft tot het schrijven van zijn boek. Twaalf interviews heeft hij gehouden met hervormden die na mei 2004 gescheiden wegen zijn gegaan. In zijn inleiding schrijft hij te hopen dat er door zijn boek een bezinning op gang mag komen „om echt met elkaar in gesprek te gaan”. Dat is een goede insteek.Eerlijk is hij ook in zijn benadering. Je kunt hem –Van Belzen is „afkomstig uit een afgescheiden kerkrichting”– niet beschuldigen van partijdigheid. Hij laat de betrokken personen hun verhaal doen en stuurt amper bij. Dat is trouwens zowel een voordeel als een nadeel. Het maakt het boek enerzijds objectief en aanvaardbaar voor lezers van beide partijen. Anderzijds vergroot het boek de onduidelijkheid over de standpunten in hervormde kring over de vorming van de Protestantse Kerk eerder dan dat het de stellingnames helderder maakt. Op bladzijde 230 aangekomen is de lezer bevestigd van de juistheid van het eigen gelijk en nog overtuigder van het ongelijk van de andere partij.
Wie betrokken is geweest bij de scheuring van 2004 heeft, na lezing van het boek van Van Belzen, een slechte nacht. Als hij tenminste de verleiding kan weerstaan om alleen de interviews te lezen met zijn eigen ‘voormannen’.
Ds. M. van Kooten, een van de geïnterviewden, omschrijft zijn verdrietige gevoelens over de achterliggende tijd met een gedicht van Leo Vroman waarvan de laatste regel luidt: „Alle malen zal ik wenen.” Dat was een mooie titel voor het boek geweest.
De geïnterviewden –dr. ir. J. van der Graaf, ds. Tj. de Jong, ds. K. Veldman, ds. L. Groenenberg, ds. G. de Fijter, ds. A. Beens, ds. A. W. van der Plas, ds. D. Heemskerk, ds. Joh. Post, ds. M. van Kooten, drs. P. J. Vergunst en dr. W. van Vlastuin– krijgen van Van Belzen alle ruimte hun zegje te doen. Over de misleiding van de Gereformeerde Bond, over het program van het Comité tot Behoud van de Nederlandse Hervormde Kerk, over het uiteindelijke motief van de Protestantse Kerk –eenwording met de Rooms-Katholieke Kerk– en over de onenigheid in de Hersteld Hervormde Kerk die ongetwijfeld snel tot een volgende scheuring zal leiden. Ze mogen hun verdriet uitzeggen over het feit dat de PKN als ”homokerk” werd afgeschilderd en over het feit dat de herstelden van scheurmakerij werden beticht. Nergens wordt door de auteur iets weersproken en doorgevraagd wordt er amper. Van Belzen is in het boek zo goed als onzichtbaar.
Dat is enerzijds een verdienste, anderzijds heeft ”Helen en delen” hierdoor weinig meerwaarde. Het boek is door deze opzet niet meer geworden dan een vergaarbak van meningen die, in de meeste gevallen, lijnrecht tegenover elkaar staan. Alle argumentatie voor en tegen meegaan en niet meegaan wordt nog eens geboekstaafd en daar blijft het bij. Makkelijk voor mensen die alle visies in één kaft willen hebben.
Het boek had meerwaarde kunnen hebben als in een bijlage veel gebruikte begrippen verduidelijkt zouden zijn. Want welke plaats heeft de Konkordie van Leuenberg nu precies in de kerkorde van de Protestantse Kerk? En wat is de letterlijke tekst van ordinantie 5.4? En wat is een verklaring-voor-rechtprocedure en wat was het doel van de hersteld hervormden hiermee? En wat zegt de kerkorde van 1951 over het belijden en waarom was er in 1951 in hervormde kring zo veel weerstand tegen deze kerkorde? En waarom verkiezen hersteld hervormden deze kerkorde toch boven de Protestantse Kerkorde?
De lijst met vragen is moeiteloos aan te vullen. In ”Helen en delen” wordt geen poging gedaan om in het bos van deze onduidelijkheid een pad te banen voor de niet zo ingevoerde maar wel belangstellende lezer.
”Helen en delen” is een boek dat de pleister van een nog te verse wond aftrekt. En dat kan niet anders dan leiden tot nieuwe bloedingen en verdere complicaties. De geïnterviewden noemen zich vrijwel allemaal oer-hervormd, maar ”Helen en delen” is wel een boek geworden dat een hervormd denkend mens niet op een prominente plaats in zijn boekenkast zal zetten. En dat ligt niet aan Van Belzen, maar aan de grote verdeeldheid onder hen die zich hervormd noemen.
N.a.v. ”Helen en delen. Hervormden over PKN en HHK”, door Adriaan van Belzen; uitg. De Groot Goudriaan, Kampen, 2009; ISBN 978 90 8865 076 5; 232 blz.; € 18,50.