CDA noemt artikel 23 niet-onderhandelbaar
Het CDA is niet bereid tijdens de komende onderhandelingen over een nieuw regeerakkoord het grondwetsartikel over de vrijheid van onderwijs aan te passen. Wijziging van artikel 23 is voor de christen-democraten „ononderhandelbaar.”
Minister Van der Hoeven van Onderwijs, tevens nummer twee op de kandidatenlijst van het CDA, zei woensdag na afloop van een verkiezingsavond in Wassenaar van haar partij dat de christen-democraten geen concessies zullen doen: „Kom nou, daar moeten we niet aan beginnen. We moeten een zo wezenlijk artikel niet gaan aanpassen op basis van een aantal incidenten in het islamitisch onderwijs.”
Tijdens haar verkiezingstoespraak was de minister ook al ingegaan op de steeds weer oplaaiende discussie over artikel 23. „De linkse partijen geven hun strijd tegen het grondwetsartikel over de vrijheid van onderwijs niet op. Het bijzonder onderwijs heeft het recht om leerlingen te weigeren. Dat moeten we zo houden.” Overigens heeft ook VVD-leider Zalm vorige week gezegd dat hij af wil van het weigeringsrecht van het bijzonder onderwijs. Na afloop zei de minister dat ze daarover teleurgesteld is.
PvdA, GroenLinks en D66 zouden het ook wenselijk vinden dat gemeenten de bevoegdheid krijgen leerlingen te spreiden over de scholen in de wijken. Daarmee willen de partijen het verschijnsel dat onderwijsinstellingen volledig zijn bevolkt door allochtonen, doorbreken.
Van der Hoeven voelt daar niets voor: „PvdA-lijsttrekker Bos heeft onlangs gezegd dat hij tegen gedwongen huisvestiging van allochtonen over alle wijken in een stad is. Als je tegen gedwongen huisvesting bent, waarom ben je dan wel voor gedwongen plaatsing op scholen?”
Volgens de minister gaat het er uiteindelijk niet om of scholen zwart of wit zijn. Er zijn verscheidene zwarte scholen die beter presteren dan de gemiddelde witte. „Het gaat uiteindelijk om de kwaliteit. Daar moeten we op inzetten”, aldus de minister.
Van der Hoeven verdedigde woensdagavond het bestaan van islamitische scholen: „Islamitische scholen worden niet opgericht vanwege een afkeer van de maatschappij, maar vooral om een stukje eigenheid te bewaren. Daar is niets mis mee. Daarvoor is artikel 23 van de Grondwet juist.”
De bewindsvrouw vindt dat de kritiek op scholen op islamitische grondslag niet overdreven moet worden. „Er zijn 32 van deze basisscholen in ons land. Bij een ervan heeft de inspectie duidelijke fouten ontdekt. Bij veertien is er een aantal minpunten. Dat moet verbeterd worden, net als bij andere scholen in vergelijkbare gevallen. Ik zal erop toezien dat dit ook gebeurd.”