Draadloos internet verovert publieke domein
In en rond Eindhoven Airport kunnen passagiers gebruikmaken van draadloos internet, ook wel WiFi (Wireless Fidelity) genoemd. De officiële introductie heeft donderdag plaats. De regionale luchthaven volgt hiermee een trend. Draadloos internet wordt steeds vaker aangeboden op plaatsen waar veel mensen samenkomen.
Bij WiFi communiceren computers met elkaar via een speciale radiofrequentie. De bandbreedte -de hoeveelheid informatie die kan worden verzonden- is veel groter dan via modem-, kabel- of ADSL-aansluiting.
Op Eindhoven Airport kunnen reizigers die een draagbare computer met een WiFi-kaartje hebben, tegen betaling draadloos internetten. Tachtig procent van de passagiers is zakenman of -vrouw.
Schiphol ging Eindhoven twee jaar geleden al voor. Het bedrijf Attingo exploiteert momenteel vijf zogenoemde communication centers, waar passagiers zowel via een vaste als een draadloze verbinding kunnen internetten. Dit jaar komen er nog drie tot vier centra bij. „Gemiddeld maken 20.000 mensen per maand gebruik van onze internetdiensten. Tien procent doet dat via WiFi”, vertelt directeur E. van de Zande.
Het WiFi-gebruik neemt toe. Vooral locaties waar veel publiek komt, zijn interessant voor de aanbieders van WiFi. Het systeem werd in eerste instantie ontdekt door bedrijven voor de communicatie tussen verschillende werklocaties. Inmiddels wordt het ook gebruikt door particulieren die zich bijvoorbeeld verenigen in buurtnetwerken.
De draadloze internetaanbieder HubHop heeft behalve 650 WiFi-klanten inmiddels circa twintig zogenoemde hotspots. Dit zijn locaties waar laptopbezitters draadloos kunnen internetten. HubHop wil het aantal hotspots in 2003 uitbouwen naar 500. „Je moet denken aan congrescentra, hotelketens en bibliotheken”, zegt K. Kam, een van de oprichters van HubHop. Zo is het Haags Congrescentrum een nieuwe klant.
De Stichting Wireless Leiden probeert sinds een jaar Leiden te voorzien van een dekkend netwerk. Daartoe richt de stichting zich vooral op organisaties en bedrijven. „We zijn bijvoorbeeld bezig met een proef om de computernetwerken van een school die twee vestigingen heeft aan elkaar te koppelen”, zegt bestuurder H. Schuurmans. De belangstelling onder Leidse inwoners groeit ook. „Momenteel is WiFi technisch mogelijk in ongeveer de helft van de stad.” Amsterdam, Arnhem, Eindhoven, Leeuwarden, Nijmegen en Utrecht kennen ook initiatieven op het gebied van draadloos internet.
Sommige WiFi-liefhebbers menen dat het systeem de ontwikkeling van UMTS in de weg staat. Telecombedrijven zoals KPN betaalden miljarden voor de vergunningen om met deze jongste technologie voor mobiele communicatie aan de slag te kunnen gaan. Met UMTS wordt snel internetten met de zaktelefoon mogelijk.
„UMTS maakt echt geen kans. Behalve in dure vergunningen moeten de telecombedrijven ook nog eens flink investeren in zendmasten. Het wordt allemaal te duur voor de consument”, stelt Kam van HubHop.
„De telecombedrijven hebben de slag om de hotspots al verloren. WiFi is uitermate geschikt voor publieke plaatsen als winkelcentra en luchthavens”, meent investeerder R. Pieper. WiFi kan nu doorbreken omdat het tegenwoordig is ingebouwd in nieuwe (zak)computers, aldus Pieper.
Internetdeskundige V. Everts voorziet eveneens een vlucht in WiFi-gebruik, maar meent dat UMTS en WiFi prima naast elkaar kunnen bestaan. „WiFi is voor je computer, UMTS voor je mobiel. Ik ben ervan overtuigd dat iedere netwerkoperator een combinatie van ADSL, of UMTS, en WiFi gaat aanbieden. Het duurt echter nog even voordat ze er klaar voor zijn, dus laten ze kleine bedrijven ermee experimenteren. Die kopen ze dan later op.”
KPN verkoopt wel WiFi aan bedrijven en particulieren, maar speelt geen rol bij de aanleg van het systeem op publieke plaatsen. „We kijken ernaar, maar we stuiten op het gebrek aan standaardisatie. De systemen sluiten niet op elkaar aan”, stelt een woordvoerder.