Dat heeft prof. dr. mr. W. van der Burg vanmiddag bepleit tijdens zijn aanvaarding van het ambt van hoogleraar rechtsfilosofie en rechtstheorie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam.Volgens Van der Burg is er in de Nederlandse traditie van de neutrale staat ruimte voor godsdienst in de publieke sfeer. Zo moet iedereen welkom zijn als overheidsmedewerker, vindt de hoogleraar. „Er is geen enkele reden om hoofddoeken, keppeltjes of lange rokken te verbieden.”

Wel is hij tegen het aanbrengen van religieuze symbolen in publieke ruimtes en het randschrift op de euromunt. „Er is geen goede reden waarom deze symbolen moeten worden gebruikt, terwijl ze niet neutraal zijn: bepaalde groepen herkennen zich er niet in.” Volgens Van der Burg is hier exclusieve neutraliteit geboden: de overheid houdt zich ver van religie, cultuur en levensstijlen.

Om die reden moet het ambtsgebed in gemeenteraden worden afgeschaft, stelt hij. „Atheïsten krijgen de boodschap mee dat zij er niet volledig bij horen.”

De koningin en de premier dienen volgens de hoogleraar als symbolen van nationale eenheid ook niet demonstratief voor één bepaalde religie te kiezen.

Morgen op de opiniepagina een samenvatting van de oratie.