Aapjes kieken doe je zo
„Alles wat je meeneemt wordt onderdeel van de voedselketen, zowel je uitrusting als je eigen lijf. Ik zag bladsnijdermieren mijn tent opeten, schimmels groeien in mijn lenzen en larven in mijn eigen been. Eens verbruikte ik in drie maanden tien camera’s.”
Aan het woord is Frans Lanting, natuurfotograaf van wereldfaam. Wie iets minder ambitie heeft, haalt voor twee tientjes en een fractie van de tijd het hart op in de dierentuin. Een minder natuurlijke omgeving, maar de modellen blijven even schitterend.Een peuter brult verrukt „poesje!” en wijst naar een forse leeuwin. Een echtpaar op leeftijd wijkt even uit voor een zwerm schoolkinderen. Een jong stelletje kijkt geboeid naar een groep flamingo’s.
Nederlandse dierentuinen en -parken zijn uiterst populair onder jong en oud. Terecht, want er is onvoorstelbaar veel moois te zien en vast te leggen. Hoewel het er vele malen comfortabeler is dan in een echt regenwoud, blijft fotograferen in de dierentuin een uitdaging.
Betonnen creaties, gaas, schrikdraad en dik glas vormen obstakels voor een mooi portret. Houd de camera daarom zo dicht mogelijk tegen de afrastering. Een groot diafragma –klein getal, bijvoorbeeld f 5.6– maakt de tralies zo vaag dat ze wegvallen. Let extra goed op dat de camera scherpstelt op de bewoner, niet op de kooi.
Telestand
Gaas is eigenlijk niet meer het grootste probleem van de dierenfotograaf. Sinds jaren streeft men naar een natuurlijk aanzien van de dierenverblijven. In nagebootste biotopen als Burgers’ Bush en Burgers’ Desert in Arnhem waant de bezoeker zich ver van huis. Hier geen losse vertrekken, de bezoeker kan zelf de dieren ontdekken.
Dit resulteert vaak wel in extra afstand tot het onderwerp. Ver inzoomen is dus het devies voor wie een beeldvullende beestenplaat wil. Telefooncamera’s, eenvoudige compacts en spiegelreflexen met kitobjectief ontberen dit zoombereik. Maak er dan het beste van met een mooie compositie waarin omgevingselementen voorkomen. Als de resolutie het toelaat kan de computer naderhand een uitsnede maken.
Overigens is een dierentuinserie met enkel statieportretten beter geschikt voor een encyclopedie dan voor een boeiende reportage. Leven de dieren in een groep, leg ze dan ook gerust in dat verband vast. Is er genoeg zoombereik en licht voorhanden, zoom dan eens nog verder in voor een boeiend detail.
Stabilisatie
Een aloude vuistregel schrijft een sluitertijdwaarde voor van minimaal één gedeeld door de brandpuntsafstand. Wie inzoomt tot 200 millimeter moet dus minimaal een 2 honderdste (1/200s) seconde instellen. Dichterbij halen betekent kortere sluitertijden om teleurstelling van bewogen foto’s te voorkomen. Maar erg licht zijn dierentuinen zelden, zeker de binnenverblijven niet.
Een zonnige dag scheelt al heel veel. Wie met kinderen op stap gaat, sjouwt niet graag ook nog een statief mee. Gelukkig nemen camera’s en objectieven met beeldstabilisatie de laatste jaren een hoge vlucht. Schrijft de vuistregel een 2 honderdste seconde voor, dan brengt beeldstabilisatie dit –door het compenseren van trillingen– terug tot 1 vijftigste of meer.
Spiegelreflexen bieden de keus voor stabilisatie in de objectieven of in de camerabehuizing. Pentax, Sony en Olympus opteren voor het laatste. Nikon en Canon monteren het systeem in de objectieven. Lichte telezooms met beeldstabilisatie –de ideale dierentuinobjectieven– gaan bij Nikon over de toonbank vanaf 175 euro (55-200mm). Canon vraagt 240 euro voor een 55-250mm-zoom. Wees zuinig op de uitrusting; verwissel geen objectieven in een vochtige omgeving.
Gevoeligheid
Camera’s die de ISO-instelling zelf voor hun rekening nemen, neigen al snel naar hoge gevoeligheid. Dit staat een kortere sluitertijd toe, ten koste van extra ruis. Hoe onwenselijk dit is, hangt af van de compositie; in een drukke achtergrond met veel structuur valt het niet snel op. In de egaal onscherpe vlakken van een telefoto stoort kleurruis eerder.
Weinig licht noopt camera’s in de automatische stand meestal ook tot flitsen. Probeer dit echter zo veel mogelijk te voorkomen. De dieren waarderen het in ieder geval niet, en gaas en tralies lichten juist op.
Burgers’ Ocean en het Oceanium in Blijdorp gunnen ons een kijkje in de wonderlijke onderwaterwereld. Wie afdaalt tot onder de waterspiegel voelt onmiddellijk de behoefte om het vast te leggen. Het extreem dikke glas zal het meeste flitslicht echter direct terugkaatsen en een lelijke foto veroorzaken. Hier moet de fotograaf concessies doen; een hoge lichtgevoeligheid (meer ruis) of langere sluitertijd (bewegingsonscherpte). Of de camera eens in de tas laten en alleen maar kijken en genieten.
Abonnement
Om het maximale uit portretfotografie te halen neemt een professional de tijd voor kennismaking. Zo ontdekt hij hoe het model reageert, wat hij of zij prettig vindt. Bij dierlijke onderwerpen geldt hetzelfde laken.
Verwacht van een vluchtig bezoek geen perfecte plaat van elke diersoort. Een jaarabonnement is het summum; voor rond de 150 euro onbeperkt kijken en kieken. Zeker bij de hedendaagse, grote verblijven frustreert het menigeen dat Simba net buiten het zicht ligt te slapen. Even zoeken naar voedertijden kan zinnig zijn. Niet zozeer om het eetfestijn zelf, maar de tijd ervoor zijn de dieren vaak erg actief.
Zoek indien mogelijk een rustige dag op, dus geen zaterdag in het hoogseizoen. Hoe drukker het is, hoe meer onder andere apen de neiging hebben bezoekers de rug toe te keren. Gedreun en geschreeuw van opgewonden publiek lijkt ze enkel vastberadener te maken. Geef ze eens ongelijk.