Nederland veronachtzaamt recht op voeding
Het is in Nederland slecht gesteld met het in internationale verdragen vastgelegde recht op voeding, stellen dr. ir. Otto Hospes en prof. dr. mr. Bernd van der Meulen.
Internationale organisaties zoals de Verenigde Naties erkennen dat de mogelijkheid van mensen om zichzelf en hun gezin te voeden en gevrijwaard te zijn van honger, een fundamenteel mensenrecht is. Hoe is het in Nederland gesteld met dit recht? Een team van onderzoekers heeft zich over deze vraag gebogen.De aanleiding dateert van anderhalf jaar geleden. In 2007 werd op Wereldvoedseldag (16 oktober) wereldwijd stilgestaan bij het mensenrecht op voeding. Maar een paar landen deden daaraan niet mee, waaronder Nederland. Waarom niet? Het boekje met de resultaten is net van de pers gerold.
De onderzoekers hebben moeten vaststellen dat de mensenrechtensituatie in Nederland op dit punt ronduit bedroevend is. Hoewel Nederland gemiddeld per hoofd van de bevolking tot de allerrijkste landen van de wereld behoort, zijn er weinig Nederlanders die nog nooit in eigen land iemand in een vuilnisbak naar eten hebben zien zoeken. De voedselbanken dreigen aan hun succes ten onder te gaan. Oorzaken zijn gelegen in armoede, schuldenproblematiek, onvermogen de weg te vinden in de bureaucratie van de sociale zekerheid, verslaving, verblijfsstatusproblemen en dergelijke. Als mensen uiteindelijk echt met lege handen komen te staan, kunnen zij dan terugvallen op hun mensenrecht?
Nederland heeft het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten ondertekend, maar als het op uitvoeren aankomt dan sluiten de loketten zich. Volgens de regering is het recht op voeding niet concreet genoeg om toe te passen in concrete gevallen. De rechters volgen de politiek in deze opvatting: noch de Centrale Raad van Beroep, noch de Raad van State, noch de Hoge Raad der Nederlanden voelen zich geroepen de naleving van dit verdrag te verzekeren. Daar blijft het niet bij. Eens in de vijf jaar horen de staten die partij zijn bij het Internationaal Verdrag, verslag te doen van de vorderingen die zij maken bij de verwezenlijking van de sociale, economische en culturele mensenrechten. Nederland heeft er een gewoonte van gemaakt beschamend laat en rooskleurig te rapporteren.
Ook in internationaal beleid veronachtzaamt Nederland het recht op voeding. Een voorbeeld is de ontwikkeling van het beleid inzake biobrandstof. In Nederland zijn daarvoor de zogenaamde Cramercriteria voor duurzame biomassa ontwikkeld. Een van de criteria is dat de productie van biobrandstof niet mag concurreren met lokale voedselvoorziening. Het punt is echter dat dit criterium boterzacht is. In het Cramerrapport wordt met geen enkel woord gerept over het recht op voedsel en de verplichting van staten om dit recht te respecteren.
Op bijna alle beleidsterreinen lijkt Nederland zijn buik vol te hebben van een recht op voeding. Het is niet eenvoudig een verklaring te vinden. Een mogelijk antwoord is dat Nederland de handen vrij wil houden. Als Nederland uitgeprocedeerde asielzoekers en illegale vreemdelingen wil stimuleren het land te verlaten door zowel het recht om te werken als alle voorzieningen af te snijden, als iemand tussen de mazen van de sociale zekerheidswetgeving doorvalt, of als men op sociale voorzieningen wil bezuinigen, dan wil men zich liever niet bij een rechter of een internationale commissie moeten verantwoorden over de vraag of dat in overeenstemming met de mensenrechten gebeurt.
Lichtpuntjes
Is er dan helemaal geen lichtpuntje te bespeuren in Nederland? Gelukkig wel. De vrijwilligers van de voedselbanken steken wel de handen uit de mouwen en pakken de verantwoordelijkheden op die de overheid laat vallen.
In Heerlen zit een kantonrechter die haar nek durft uit te steken, door recht tegen het juridische establishment in toestemming te weigeren om de waterleiding af te sluiten van iemand met een betalingsachterstand onder meer omdat afsluiten een inbreuk zou maken op het recht op drinkwater – een onderdeel van het recht op voeding. De minister van Buitenlandse Zaken, Verhagen, had kort daarvoor op een internationale conferentie gezegd dat Nederland het recht op water erkent. De rechter redeneerde blijkbaar dat als Nederland dat vindt, dat dan ook in Nederland zelf moet worden toegepast.
De auteurs voerden de redactie van het recent verschenen boek ”Fed up with the Right to Food?” (Wageningen Academic Publishers).