Het gaat om Schiedam, Amersfoort, Tilburg en Leiden. Op dit moment lopen er in zeven gemeenten dergelijke proefprojecten om een scheiding tussen bevolkingsgroepen tegen te gaan.Dijksma luidde woensdag een van die zeven officieel in: Schoolwijzer Nijmegen, het gemeentelijke centrale aanmeldpunt voor basisonderwijs. „Ik ben er erg blij mee dat deze vier gemeenten bereid zijn de handschoen op te pakken. Juist op lokaal niveau kan men goed inschatten wat er mogelijk en nodig is om segregatie in het basisonderwijs tegen te gaan”, zei de staatssecretaris.

Uit onderzoek van het Kenniscentrum Gemengde Scholen blijkt dat in 38 grote gemeenten gemiddeld een derde van de scholen geen afspiegeling van de wijk is.

De staatssecretaris nam de resultaten van dit onderzoek woensdagmiddag in ontvangst. „Het realiseren van een afspiegeling lijkt vooral een Randstadprobleem, maar enkele andere gemeenten hebben er evenzeer mee te kampen”, stelt het centrum. Vooral in Lelystad, Leiden en Almelo gaat het mis.

Het centrum stimuleert dat kinderen in de eigen wijk naar school gaan. Het bevordert de sociale cohesie als klasgenootjes ook na schooltijd samen buiten spelen, stelt het centrum.

Om kinderen met zo veel mogelijk culturen kennis te laten maken, kunnen scholen samen projecten oppakken. Om te worden voorbereid op een multiculturele samenleving is het goed als kinderen elkaar leren kennen, aldus een woordvoerster van het kenniscentrum.

De Besturenraad van het protestants-christelijk onderwijs vindt dat het kenniscentrum met de conclusies van het onderzoek een slecht signaal afgeeft. Het kenniscentrum gaat „volledig voorbij aan de wens van ouders”, aldus de Besturenraad. „Van de ouders kiest juist 70 procent voor een vorm van bijzonder onderwijs als christelijke, katholieke, islamitische en vrije scholen, omdat kinderen juist daar worden voorbereid op de maatschappij.”

De organisatie vindt dat een gemengde school geen noodzaak is om te leren omgaan met andere nationaliteiten en godsdiensten. „Scholen, van welke samenstelling ook, hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid om integratie te bevorderen. Niet de samenstelling van de populatie, maar de manier waarop de school zijn maatschappelijke rol invult, is hierbij doorslag­gevend.”

Met het centrale aanmeldpunt voor basisonderwijs dat op 1 april van start ging, willen de gemeente Nijmegen en de gezamenlijke Nijmeegse schoolbesturen de run op witte scholen in hun stad remmen.

Ouders kunnen hun kind aanmelden als het 2 jaar en 9 maanden oud is. Zij kunnen drie tot zes scholen op hun verlanglijstje plaatsen en zijn volledig vrij in de selectie van deze scholen. Het aanmeldpunt probeert vervolgens alle kinderen op de favoriete school te plaatsen.

Kinderen die al een broertje of zusje op de school hebben of in de buurt wonen, krijgen voortaan voorrang. Daarna volgen kansarme kinderen, mits er een gezonde verdeling (30 procent kansarm, 70 procent kansrijk) blijft bestaan.

De nieuwe spelregels zullen er volgens de gemeente toe leiden dat leerlingenpopulaties op scholen weer meer een afspiegeling worden van de wijken waarin ze staan.