De walvis: van zeemonster tot knuffelbeest
De storm op zee ervaren, eeuwenoude globes bewonderen, getorpedeerd worden door piraten. Het kan allemaal vanaf de zomer van 2011 in het Scheepvaartmuseum in Amsterdam, dat een renovatie van 68 miljoen euro ondergaat.
Het binnenplein van het Scheepvaartmuseum is open. Nog wel. Komende tijd wordt er een technisch hoogstandje uitgehaald: het plein krijgt een zelfdragende, glazen overkapping met een spanwijdte van 50 meter.De kap is onderdeel van de totale renovatie van het Amsterdamse museum, dat in het water naast de IJtunnel staat. De plannen werden woensdag gepresenteerd in de Admiraliteitskamer, waar eeuwen geleden de roemruchte Michiel Adriaanszoon de Ruyter leiding gaf aan de Nederlandse vloot in de zeestrijd tegen Engeland. Een en al historie dus.
Dat was de opzet van de tentoonstellingen ook, zegt museumdirecteur Willem Bijleveld. „We zijn hier in 1972 neergestreken en hadden sinds die tijd 25 vertrekken waarin de maritieme geschiedenis van ons land op statische wijze uit de doeken werd gedaan. Daar kun je bij de moderne museumbezoeker niet meer mee aankomen.”
Strippen
Allereerst moet het monumentale gebouw, dat op 2300 houten palen staat, er zelf aan geloven, zegt Bijleveld. „We gaan het strippen en terugbrengen naar de oorspronkelijke situatie van 1656. Daar hebben we anderhalf jaar voor nodig.”
Als die operatie achter de rug is, wordt het museum opnieuw ingericht. Bijleveld: „Er komt een tentoonstelling over walvissen en walvisvaart. Daarin laten we zien hoe het dier in de beleving van mensen van gevaarlijk zeemonster veranderde in knuffelbeest. Een tweede expositie is gewijd aan globes. We hebben zeventig aard- en hemelbollen van vóór 1850. De oudste is zelfs van 1551. Het zijn kunststukken op zichzelf die aangeven hoe mensen langzaam maar zeker de wereld en het heelal ontdekten.”
De verzameling zeeschilderijen zal te zien zijn in een tentoonstelling over maritieme kunst. Speciaal voor jonge bezoekers komt er de zogeheten ”maritieme belevenis”: het meemaken van een zeereis in de zeventiende eeuw, compleet met storm en overval door piraten.
Het monumentale gebouw krijgt een binnenrestaurant en een drijvend terras. „We willen een geweldig evenementencentrum worden”, zegt zakelijk directeur Karin Brandt. „Niet alleen voor de museumbezoekers, maar ook voor gasten die met hun bootje langsvaren en behoefte hebben aan een picknickmand.”
Bibliotheek
Om zijn positie als kennisinstituut waar te maken gaat het scheepvaartmuseum de bibliotheek beter toegankelijk maken. De 60.000 boeken worden gerangschikt naar thema en mogen door de bezoeker zelf van de plank worden gehaald en ingekeken. Voorheen was dat verboden. Prof. Gaastra van de Leidse universiteit gaat colleges maritieme geschiedenis in het museum geven en studenten kunnen er onderzoek doen.
Alle veranderingen, zegt directeur Bijleveld, zijn gebaseerd op doelgroepenbeleid. „Ons museum wordt bezocht door gezinnen, schoolklassen en volwassenen. Voor al die groepen willen we maatwerk leveren. De geïnteresseerde leek moet er iets van zijn gading vinden, maar ook de professional.”
Voor de renovatie van het gebouw is 50 miljoen euro nodig. Dat bedrag betaalt het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De resterende 18 miljoen wordt gebruikt voor de herinrichting van het museum. Bijleveld: „Dat bedrag moeten we zelf bij elkaar sprokkelen; 12,5 miljoen euro is al binnen.”