Moordzaak-Ina Post mogelijk heropend
Haar straf heeft ze al uitgezeten, maar Ina Post strijdt onverminderd voor eerherstel. Post werd in 1987 veroordeeld voor de moord op een bejaarde vrouw in een verzorgingstehuis in Leidschendam.
Herziening van haar strafzaak is dinsdag iets dichterbij gekomen doordat de adviseur van de Hoge Raad, advocaat-generaal W. Vellinga, aanraadt de zaak te laten herzien.Post werd tot zes jaar cel veroordeeld voor het doden van de bejaarde vrouw. Vellinga denkt nu op basis van nieuwe feiten dat zij destijds vrijgesproken had kunnen worden, als de rechter die informatie toen had gehad.
Hij bevestigt daarmee de conclusie van de Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken (CEAS), dat het slachtoffer uren eerder is overleden dan het tijdstip dat Post in een vroege bekentenis noemde. Die verklaring heeft ze later ingetrokken.
Bovendien is het in tegenstelling tot de ingetrokken verklaring niet mogelijk om iemand met één hand met een elektriciteitssnoer te wurgen. Gezien deze twee nieuwe feiten vindt Vellinga dat een van de gerechtshoven de zaak opnieuw moet beoordelen.
Volgens de CEAS had het OM moeten zien dat er lucht zat tussen de bekentenis en het tijdstip van overlijden. Ook heeft de aanklager volgens de CEAS verzuimd deze onvolledigheden en tegenstrijdigheden te corrigeren of open aan de rechter voor te leggen.
Post zegt dat ze de bekentenis onder druk heeft afgelegd. De Hoge Raad besluit waarschijnlijk eind juni of de zaak opnieuw moet worden behandeld. Sinds april 2006 kijkt de CEAS opnieuw naar afgesloten strafzaken. De toegang tot deze commissie is niet erg laagdrempelig, waardoor de oprichting ervan niet tot een grote stroom aan nieuwe procedures heeft geleid. Van de 38 zaken die de commissie tot nu toe onder ogen heeft gekregen, is slechts een handvol daadwerkelijk onder de loep genomen.
Die van de Haagse verpleegkundige Lucia de B. is de bekendste. Zij werd tot levenslang veroordeeld, maar afgelopen jaar besloot de Hoge Raad dat er zo veel twijfel is over de juistheid daarvan dat de zaak opnieuw naar de rechter moest.
In een andere zaak, de Enschedese ontuchtzaak, besloot de CEAS dat eerst meer onderzoek gedaan moet worden voor een advies kan worden gegeven. In deze zaak zijn drie personen veroordeeld voor het plegen van ontucht met tientallen kinderen. De zaak van een van hen, Hennie K., is aan de twijfelcommissie voorgelegd. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad de veroordeling tot acht jaar cel en tbs in stand gelaten.
De afgelopen jaren zijn de mogelijkheden om afgesloten strafzaken te herzien ter discussie komen te staan, omdat ze niet ruim genoeg zouden zijn. Minister Hirsch Ballin van Justitie heeft in juli vorig jaar in een wetsvoorstel maatregelen aangekondigd waardoor mensen sneller naar hun uitbehandelde zaak kunnen laten kijken. Hirsch Ballin komt daarmee tegemoet aan de kritiek dat de drempel te hoog is om iets te doen aan mogelijk onjuiste rechterlijke uitspraken