Crisis blijft nog veel kosten
De financiële crisis kost banken en overheden de komende twee jaar nog veel geld. Dat blijkt uit een rapport over de gezondheid van de financiële sector, dat het Internationaal Monetair Fonds (IMF) gisteren presenteerde.
Volgens het IMF lopen de verliezen van banken op van oorsprong Amerikaanse beleggingen de komende twee jaar op tot 2700 miljard dollar (ruim 2000 miljard euro). Dat is 500 miljard dollar meer dan het fonds begin dit jaar voorspelde. De banken hebben tot nu toe ongeveer een derde van die afschrijvingen verwerkt. Als de situatie niet vlug verbetert, moet de grootste klap dus nog komen.Die klap wordt verergerd doordat andere bezittingen van financiële instellingen in de recessie steeds minder waard worden. De totale schade van de crisis kan daardoor oplopen tot ongeveer 4000 miljard dollar. „Het zijn schattingen”, benadrukte José Viñals, directeur financiële markten van het IMF. „Als de economische groei op korte termijn verbetert of als maatregelen beter werken dan verwacht, valt de schade lager uit.”
Volgens het fonds hebben de banken de komende tijd nog veel extra kapitaal nodig. Afhankelijk van de eisen die aan de banken worden gesteld, hebben ze tot het einde van volgend jaar 900 miljard tot 1700 miljard dollar nodig.
In het zwartste scenario hebben banken in de eurozone nog behoefte aan meer dan 700 miljard dollar aan vers kapitaal. In de VS kan dit oplopen tot 500 miljard dollar.
„We zien natuurlijk graag dat dit geld uit de markt komt, maar dat kan niet altijd”, stelde Viñals. Overheden moeten volgens het IMF bereid blijven de banken van extra kapitaal te voorzien. De maatregelen die overheden tot nu toe namen, lijken wel enig effect te hebben. „Door de ongekende ingrepen van overheden is het vertrouwen in de financiële markten langzaam aan het terugkeren”, aldus Viñals.
Vooral landen met een grote financiële sector stelden de afgelopen maanden enorme bedragen beschikbaar aan banken en verzekeraars. Zo becijferde het IMF dat Nederland met kapitaalinjecties en garanties op beleggingen al een bedrag van circa 8 procent van het bruto binnenlands product voor de financiële instellingen reserveerde. Alleen in de VS, Groot-Brittannië en Ierland werd relatief meer geld opzij gezet om de banken overeind te houden.