De daling geldt vooral voor de grond waar niet zo veel vraag naar is. Die wordt niet of moeilijk verkocht. Boeren met courante grond krijgen wel nog steeds een goede prijs.

De daling wordt versterkt door de stop die het Rijk heeft afgekondigd voor natuuraankopen. Hierdoor valt een belangrijke klant voor grond weg. Hoe groot het effect hiervan zal zijn, is nog moeilijk in te schatten maar de makelaars verwachten wel dat de prijsdaling doorzet.

De aankopen door het Rijk hielden juist de prijs van de minder gewilde grond op peil. Nu het Rijk zich heeft teruggetrokken van de markt, worden de prijsverschillen tussen courante en incourante grond groter.

Voor bedrijven die willen uitbreiden lijkt dit een gunstige ontwikkeling, omdat zij voor minder geld grond kunnen kopen. In de praktijk blijkt echter dat deze bedrijven zich rustig houden totdat de prijzen stabiliseren.

De tendens van minder maar grotere bedrijven was ook in 2002 te zien, zo blijkt uit de NVM-gegevens. Dit komt doordat veel bedrijven door de hoge kosten en de lage opbrengsten gedwongen zijn te stoppen. De boeren die overblijven breiden uit.

Voor boeren die naar het buitenland vertrekken, speelt afstand een belangrijke rol bij het bepalen van hun nieuwe vaderland. Zo gaan zij liever naar de Verenigde Staten dan naar Nieuw Zeeland. Landen als Duitsland, Frankrijk, Portugal en Tsjechië blijven voor emigranten interessant.