De Swedish Export Council, tevens betrokken bij de handelsdelegatie die het vandaag begonnen staatsbezoek van het Zweedse koninklijke paar begeleidt, stelt te hebben berekend dat de waardedaling het land op jaarbasis 30 miljard kroon netto oplevert. Omgerekend is dat 2,7 miljard euro. Vóór de mede door de internationale economische crisis veroorzaakte devaluatie was dat nog een slordige 300 miljoen euro meer.Voor Zweden is de devaluatie per saldo een positieve zaak omdat het bedrijfsleven net als in Nederland op de export is georiënteerd en daarvan ook in hoge mate afhankelijk is. Zweden komt desondanks niet zonder kleerscheuren van de crisis af. De werkloosheid is in een snel tempo gestegen en heeft volgens de jongste metingen van het centraal bureau voor de statistiek in Stockholm (SCB) een omvang van 8 procent bereikt. In februari waren er 76.000 werklozen meer dan in dezelfde maand van 2008. Dat aantal kan nog fors oplopen, want ook in Zweden vallen er in verband met faillissementen of bezuinigingsoperaties dagelijks nieuwe ontslagen.

De meeste zorgen baart de sterk onder de crisis lijdende auto-industrie. Als Volvo en Saab de poorten moeten sluiten, dreigen volgens de vakbeweging in één klap 140.000 arbeidsplaatsen te verdwijnen. De vakbonden vrezen dat dit niet zonder negatieve gevolgen zal blijven voor de belastinginkomsten, waardoor uiteindelijk ook de welvaartsstaat op de tocht komt te staan.

Volgens de bonden zit er voor de regering niets anders op dan de helpende hand uit te steken. Concreet stellen ze een slooppremie voor naar Duits model en maatregelen in de fiscale sfeer, zodat de verkoop van nieuwe auto’s weer aantrekt.

Dit alles speelt zich af ondanks het huidige kostenvoordeel van de vrij zwevende Zweedse kroon en de vraag ligt daarom voor de hand of een Zweedse aansluiting bij de eurolanden niet verder weg ligt dan ooit.

Dat is gezichtsbedrog, want de bevolking is juist bezig haar houding tegenover de gemeenschappelijke valuta in positieve zin bij te stellen. Bij het referendum in september 2003 wezen de Zweden de invoering van de euro nog met een grote meerderheid van bijna 60 procent af. Voor het eerst zijn er meer voorstanders (47 procent) dan tegenstanders (45 procent).