Volgens een woordvoerder van het openbaar ministerie in Amsterdam is de Harderwijker maandag overgeplaatst. Van der G. heeft bekend dat hij Fortuyn op 6 mei in het Mediapark in Hilversum heeft doodgeschoten. Hij zei kwetsbare groepen in de samenleving te willen beschermen.

De rechtbank in Amsterdam beval op 4 november dat Van der G. voor een gedragskundig onderzoek moest worden opgenomen in het PBC, de observatiekliniek van justitie.

Het onderzoek van het PBC duurt ongeveer zeven weken. Volgens de rechtbank geeft een observatie het grootste inzicht in de psychische toestand van de verdachte.

Strafrechtdeskundige T. de Roos zei eerder dat de uitkomst van het gedragskundig onderzoek nog belangrijker is dan de bekentenis van Van der G., als het gaat om het bepalen van de strafmaat „Uit het psychiatrisch onderzoek moet blijken of hij verminderd toerekeningsvatbaar was”, zei De Roos. Het oordeel van het PBC is van belang voor de vraag of Van der G. TBS moet worden opgelegd.

Het OM toonde zich in de laatste zitting tegenstander van het onderzoek door het PBC. Officier van justitie mr. J. Plooy noemde de vertraging die hierdoor ontstaat „niet aanvaardbaar.”

Volgens de aanklager zouden een psychiater, een psycholoog en een reclasseringsambtenaar het onderzoek sneller kunnen doen. Het inhoudelijk proces had in de visie van de aanklager dan al deze maand kunnen plaatsvinden. Naar verwachting begint de inhoudelijke behandeling van de rechtszaak tegen Van der G. nu in maart. „Ik krijg de indruk dat we het de verdachte zoveel mogelijk naar de zin moeten maken”, zei Plooy.

Van der G. wacht een bijzondere behandeling in het Pieter Baan Centrum Utrecht. Normaal gesproken worden verdachten in de justitiële kliniek in een groep geobserveerd. Maar net als in het huis van bewaring, zal Van der G. zijn tijd in het PBC grotendeels alleen doorbrengen. In een groep moet voor Van der G.’s veiligheid worden gevreesd.

Psychiater E. Sikkens, die op de zitting van 4 november als deskundige werd gehoord, verwacht dat de groepsleiding toch zijn gedrag kan observeren en hier een oordeel over kan geven. Volgens Sikkens hebben de groepsleiding en Van der G. contact met elkaar en zegt dat ook iets over zijn gedrag.