Opinie

Het nieuwe leren heeft gevolgen voor de kerkdienst

Kerk en school horen bij elkaar, daarom kunnen onderwijsvernieuwingen niet los gezien worden van kerkelijke vernieuwingen, meent dr. C. P. Polderman.

7 January 2003 11:22Gewijzigd op 14 November 2020 00:02

Hij vraagt zich bijvoorbeeld af of er iets op tegen is als in kerkdiensten met een powerpointpresentatie wordt gewerkt. In het Reformatorisch Dagblad van 28 december stond onder de kop ”Onderwijsvernieuwing vraagt om keuze” een verslag van de jaarvergadering van de lerarenvereniging GOLV te Gouda. Uit dit verslag begrijp ik dat er twee groepen leraren zijn: leraren die de huidige onderwijsvernieuwingen een warm hart toedragen. Ze worden de ”echte vernieuwers” genoemd. En leraren die daar weinig van moeten hebben, de ”meelopers”. De eerste groep vindt het een uitdaging om in te spelen op de veranderde behoeften van de leerlingen en de tweede groep verteert er zijn laatste restje energie aan.

Geconcludeerd kan dus worden dat er op termijn één groep overblijft. En die gaat een eigen reformatorische visie ontwikkelen op het nieuwe leren. Een visie die overigens ook weer tijdgebonden zal zijn, zo meldt het verslag verderop.

Kaders
De kaders waarbinnen de eigen visie wordt ontwikkeld staan al vast. Volgens een van de sprekers, de heer W. Büdgen, gaat het:

van docentgestuurd naar leerlinggestuurd onderwijs

van leren op school naar leren overal

van een vaste kenniscanon naar levenslang leren

van competentiegericht naar samenwerkend leren

van het memoriseren van aangereikte kennis naar het construeren van een eigen kennisgebouw

Volgens Büdgen is dit een beweging die niet te keren is, omdat ze zich wereldwijd voltrekt. Een andere spreker, de ICT-consultant drs. L. Jansen, vindt vervolgens dat onderwijsvernieuwing hard nodig is omdat het bedrijfsleven daarom vraagt. En PABO-student P. D. Blom weet te melden dat vrije onderwijssituaties de zelfstandigheid van de leerlingen stimuleert.

Kerkelijke gevolgen
Omdat ik zelf al zo’n 25 jaar als docent bij het middelbaar en hoger onderwijs betrokken ben, heb ik inmiddels heel wat gelezen en gehoord over onderwijsvernieuwingen. Maar dat niet alleen. Ik heb er zelf aan meegewerkt en ook gezien wat onderwijsvernieuwing teweeg heeft gebracht.

Als ik vergelijk tussen vroeger en nu, dan is op ”kennis” fors ingeleverd en zijn ”vaardigheden” daarvoor in de plaats gekomen. Deze vernieuwing heb ik, en vele collega’s met mij, bepaald niet als enkel vooruitgang ervaren. Maar dat is een verhaal apart. Wellicht een thema voor een volgende jaarvergadering van de GOLV.

Waar het mij nu om gaat is dat in reformatorische kring verder gekeken moet worden dan de onderwijsneus lang is. Want stel dat de door Büdgen omschreven onderwijsvernieuwing ingang vindt, dan heeft dit verstrekkende gevolgen. Neem de kerkelijk-godsdienstige opvoeding. Die is in reformatorische kringen in honderden jaren weinig vernieuwd. Er is sprake van predikant- en ouderlinggestuurd onderwijs in een kerkgebonden leeromgeving. De kenniscanon -het Woord en de Drie Formulieren- liggen vast. Het leren is competentiegericht en het memoriseren van aangereikte kennis wordt zeer belangrijk gevonden.

En dit is nu uitgerekend het spoor dat onderwijsvernieuwers willen of al hebben verlaten!

Gevolgen
Er is weinig fantasie voor nodig om de gevolgen voor de kerkdiensten in beeld te krijgen. Zeker als we ervan uitgaan dat school en kerk op één lijn moeten zitten en dat de school, wat onderwijsaanpak betreft, voorloopt op de kerk. Overigens -en dat even terzijde- in het catechetisch onderwijs is op vele plaatsen reeds sprake van een nieuwe aanpak.

Om het beeld concreter te maken voor de kerkdiensten loop ik nog een keer het lijstje van Büdgen af en maak daarbij direct de toepassing.

stip (u67(de behoeften van de hoorders gaan de inhoud van de preken bepalen

stip (u67(het bezoeken van kerkdiensten is niet strikt noodzakelijk meer

stip (u67(een vaste kenniscanon is star en beperkt omdat geen gebruik wordt gemaakt van nieuwe inzichten

stip (u67(via het ontwikkelen van vaardigheden en gezamenlijke ervaringen kan de waarheid ook worden gevonden en een eigen kennisgebouw worden geconstrueerd

Is dit een overtrokken voorstelling van zaken? Zal het zo’n vaart niet lopen? Zijn dit de noodzakelijke gevolgen van de onderwijsvernieuwing? Kunnen we met wat aanpassingen de zaak niet gescheiden houden en daarmee de gangbare kerkelijke praktijken redden? Of moet er inderdaad anders worden gepreekt, omdat er andere hoorders met andere behoeften zijn? Moeten er ook internetkerkdiensten komen die op elk gewenst tijdstip wereldwijd gevolgd kunnen worden? Moet er met nieuwe(re) Bijbelvertalingen en commentaren worden gewerkt en moeten de belijdenisgeschriften voor de huidige generatie toegankelijker gemaakt worden?

Is er bijvoorbeeld iets op tegen als in kerkdiensten met een powerpointpresentatie wordt gewerkt of met andere muziekinstrumenten dan tot nu toe gebruikelijk? En moeten de evangelisatiemethoden die buiten de kerk worden gebruikt meer toegesneden worden op de tv-kijkende en internettende generatie? Is het groepsgewijs bezigzijn met Bijbelstudie en gebed een verkeerde ontwikkeling of past die juist bij de mensen van nu? En moet ervarings- of bevindelijke kennis niet een belangrijker plaats gaan innemen dan dogmatische kennis?

Vragen te over waar het laatste woord nog niet over gezegd is. Vragen die niet genegeerd mogen worden of in de doofpot worden gedaan. Er moet een eerlijk antwoord op komen van zowel ”vernieuwers” als ”behouders”. Vragen ook die door geestelijk denkende, of, beter gezegd, door de Geest verlichte mensen doordacht moeten worden bij het ontwikkelen van een reformatorische visie op het nieuwe leren. Kerk en school zijn immers met elkaar verbonden!

Onderwijsvernieuwing kan niet los worden gemaakt van kerkelijke vernieuwing.

De auteur is docent marketing aan de Hogeschool Zeeland te Vlissingen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer