„Vriendelijk vuur VS kan dodelijk zijn”
Groot-Brittannië moet geen soldaten naar Irak sturen omdat het risico veel te groot is dat zij door Amerikaanse vliegtuigen worden beschoten. Tijdens de Golfoorlog in 1991 is het Britse leger ten minste negen mensen kwijtgeraakt door zogeheten „vriendelijk vuur.”
Dat schrijft de Britse ex-officier Andrew Larpent in een ingezonden brief die maandag verscheen in The Daily Telegraph.
„Het beste wat we konden doen was fluorescerende merktekens op de daken van onze voertuigen aanbrengen, in de hoop dat de piloten ze als bevriende voertuigen zouden identificeren”, schrijft Larpent, luitenant-kolonel buiten dienst. „Het is ongelooflijk dat dit twaalf jaar later nog steeds de enige oplossing is die wij onze troepen kunnen bieden.”
In februari 1991 kwamen negen van Larpents mannen in het zuiden van Irak om het leven toen twee Amerikaanse vliegtuigen het vuur op hun pantserwagens openden. De piloten hadden hen aangezien voor de Iraakse voertuigen waarnaar zij op zoek waren.
Larpent verwijt de regering niets aan de ontwikkeling van identificatiesystemen te hebben gedaan die dergelijke vergissingen onmogelijk moeten maken. „Het antwoord van het ministerie van Defensie -„we zijn ermee bezig”- is niet acceptabel.”
Een woordvoerder van het ministerie wijst erop dat de communicatietechnologie van nu veel beter is dan die van begin jaren ’90, maar zegt desgevraagd niet te weten of er wordt gewerkt aan methoden voor het herkennen van bevriende voertuigen.
Zo lang er geen effectieve methode is waarmee piloten bondgenoten van vijanden kunnen onderscheiden, moet Groot-Brittannië geen troepen naar Irak sturen, vindt Larpent. Dat hij zijn zin krijgt, is onwaarschijnlijk. Deze week maakt de Britse regering naar verwachting bekend duizenden militairen naar het Golfgebied te sturen.
Volgens minister van Buitenlandse Zaken Jack Straw is het echter minder waarschijnlijk geworden dat het werkelijk tot een aanval op Irak komt. Afgelopen weekeinde zei een anonieme Britse minister dat de kans op een aanval op Irak van 60 procent is afgenomen naar 40. Dat klopt wel ongeveer, zei Straw maandag in een interview met de BBC-radio, zonder te zeggen waarom. Ook maakte hij niet duidelijk om welke minister het ging.
Later op de dag zei Straw in een toespraak voor in Londen samengekomen Britse ambassadeurs dat „Iraakse ontwapening -bereikt met vreedzame middelen of met geweld- essentieel is voor het vermogen van de wereld iets te doen aan de dreiging die uitgaat van massavernietigingswapens en voor het gezag van de Verenigde Naties.”
Terroristen als die van al-Qaida en landen als Irak en Noord-Korea zijn „onderdeel van hetzelfde plaatje”, zei Straw verder in zijn toespraak. Een land als Noord-Korea is bereid de technologie die voor massavernietigingswapens is benodigd, aan de hoogste bieder te verkopen en al-Qaida zal niet aarzelen dergelijke wapens te gebruiken, aldus Straw. De internationale gemeenschap moet dus optreden tegen dergelijke landen en terroristische organisaties uitschakelen, vindt de Britse minister.