Nederland helpt Colombia om cocateelt tegen te gaan
VISTAHERMOSA – Met Nederlandse en Amerikaanse hulp haalt de Colombiaanse regering cocaboeren in een voormalig bolwerk van de linkse guerrillagroep FARC over om geen coca meer te telen.
Het is een zware klus. De boeren waren gewend duizenden euro’s per maand te verdienen en moeten nu op een houtje bijten. Het leger vecht op een paar kilometer afstand tegen de FARC.Nederland en de Verenigde Staten geven financiële steun aan tijdelijke voedselhulp, de aanleg van moestuinen, de start van legale teelten, zoals mais, rijst en suikerriet, en de opbouw van een veestapel. De Colombiaanse staat voert de projecten uit en draagt ook financieel bij. Er worden scholen gebouwd of de bestaande worden verbeterd. Hetzelfde geldt voor geneeskundige voorzieningen.
Vistahermosa is een van de zes gemeenten aan de voet van het Macarenagebergte in Centraal-Colombia, waar het project uitgevoerd wordt. Aan de rand van het dorp met ruim 20.000 inwoners zit het leger. Van daaruit worden militaire acties tegen de FARC-milities in het gebied georganiseerd.
Projectleider Elvaro Balczar: „Eerst moet het gebied veilig zijn. Op dat moment kunnen wij pas aan de slag.” De regering heeft de cocaplanten in het gebied vernietigd. Coca is de grondstof voor cocaïne. De FARC bekostigt mede met de cocaïnehandel de strijd. Door het vernietigen van de planten zitten de mensen zonder inkomsten.
Niet alleen de gigantische achteruitgang in inkomen is een verandering voor de mensen, ook wat in Colombia heet de aanwezigheid van de staat. Jarenlang was de guerrilla de autoriteit. Van moorden tot en met huwelijksproblemen, alles werd aan de plaatselijke FARC-commandant voorgelegd en die sprak recht.
Burgemeesters mogen nu geen gemeenschapsgeld meer in eigen zak steken en moeten financieel bijdragen aan openbare projecten als scholen. Zodoende krijgt de bevolking vertrouwen in de overheid. Maar het belangrijkste is dat mensen snel weer op eigen benen kunnen staan. De steun houdt aan het eind van het jaar op.