„Commissie-Davids moet Balkenende horen"
HILVERSUM (ANP)– De commissie-Davids die onderzoek doet naar de politieke steun aan de inval in Irak, moet premier Balkenende horen over acties van Nederlandse troepen in dat land. Dat stelt D66-leider Pechtold zaterdag in reactie op een uitzending van het VPRO-radioprogramma Argos.
In dat programma verklaart een voormalig medewerker van het Pentagon dat een Duitse verbindingsofficier in het Amerikaanse hoofdkwartier in Qatar de Amerikanen essentiële informatie doorgaf van Duitse commando’s in Bagdad. De Duitse regering had altijd ontkend militaire steun te geven aan de inval. Maar een Duitse parlementaire commissie ontdekte dat die inlichtingen wel werden verstrekt.Nederland had in maart 2003 ook een zo’n officier in Qatar. Het Amerikaanse hoofdkwartier had zowel het bevel over de operatie Enduring Freedom in de strijd tegen terrorisme als over het militaire optreden tegen Irak. De Nederlandse overste maakte echter geen deel uit van de staf van het hoofdkwartier, maar was daar volgens Defensie geplaatst als verbindingsofficier voor de Nederlandse patrioteenheid in Turkije. Argos houdt vol dat er ook Nederlandse commando’s in Noord–Irak acties hebben uitgevoerd. Defensie ontkent dit.
D66 had het liefst gehad dat de premier hierover in een parlementaire enquête onder ede was gehoord. Nu die enquête niet doorgaat, moet de commissie–Davids de premier hierover aan de tand voelen. In de uitzending zei Pechtold verder een probleem te voorzien voor de leden van de zogenoemde Kamercommissie Stiekem, die in het geheim door ministers wordt bijgepraat over activiteiten vande inlichtingendiensten. Zij hebben een zwijgplicht. Volgens hem moeten ze toestemming vragen aan bijvoorbeeld de minister van Defensie als zij met de commissie–Davids willen praten.
Ook Cees Fasseur van de commissie–Davids vindt het voor de hand liggen dat het Kamerlid zich dan tot de betreffende minister wendt. „Als die geen toestemming geeft, dan kan je zeggen dat er sprake is van een doofpot. Dan is er helemaal een reden voor een parlementaire enquête", zei Pechtold. Volgens hem zit er voor de leden dan niets anders op dan de commissie–Davids te vertellen dat er informatie is waar ze niet over mogen praten. De commissie moet dan de betreffende minister maar ondervragen.